In 2018 worden de nieuwe boekhoudregels voor banken (IFRS 9) dan toch van kracht. Doel daarvan is een betrouwbaardere weergave van de activa en passiva van bedrijven te bieden, met name in de financiële sector.
IFRS staat voor International Financial Reporting Standards, een boekhoudkundige standaard voor jaarverslagen van bedrijven. Sinds 1 januari 2005 zijn alle beursgenoteerde bedrijven in de EU verplicht op deze wijze te rapporteren. De grondslag voor de nieuwe IFRS regels is het rapporteren op basis van 'fair value', hetgeen betekent dat de bedrijfsactiva en -passiva tegen actuele- oftwel marktwaarde gewaardeerd moeten worden (dit in tegenstelling tot de oude verslagleggingsregels, waarbij de aankoopwaarde de grondslag vormde). Dit is in accountantsland een heikele kwestie, omdat het natuurlijk zonneklaar is dat de actuele waarde van bijvoorbeeld beursgenoteerde aandelen of obligaties op de balans van een bedrijf aanzienlijk kan variëren.Tegenstanders van waardering tegen 'fair value' beriepen zich dan ook op het argument dat je op die manier 'de waan van de dag' implementeert in het vak accountancy. En ik moet zeggen, dat zij daar een punt hebben. Persoonlijk zou ook ik liever de oorspronkelijke nominale investering als uitgangspunt kiezen en eventuele actuele koersfluctuaties buiten beschouwing laten. Weliswaar kan dit inderdaad leiden tot een onderwaardering van bepaalde activa (denk aan onroerend goed dat vrijwel geheel is afgeschreven, maar juist in waarde is gestegen in de loop der jaren) en tot overwaardering (denk aan de landenobligaties bij de eurocrisis), maar je bent in elk geval verlost van 'de waan van de dag'.
Deze veranderingen in de waarde beïnvloeden uiteraard het vermogen en de winst, ook als het resultaat van de bedrijfsactiviteiten zelf niet is veranderd. Gevolg van deze wijziging is wel dat met name verzekeraars en banken hun bezittingen gaan 'hedgen' (afdekken financiële risico's, red.), om de balanswaarde ervan enigszins te stabiliseren. De kosten daarvan zullen de banken uiteraard trachten door te berekenen aan de klant. Voor beursgenoteerde bedrijven is die stabilisatie echter vanzelfsprekend van belang, omdat het direct invloed heeft op de koers van het aandeel van het betreffende bedrijf. Waarom dan toch die wijziging van regels?
Het is voormalig staatssecretaris van Financiën, Hans Hoogervorst, die een compromis heeft weten te bereiken tussen de voor- en tegenstanders. De belangrijkste reden om te komen tot aanpassing van de boekhoudregels is, dat men verwacht dat de kapitaalverliezen bij banken lager zullen zijn als de accountant van het bedrijf en de toezichthouder precies weten wat de actuele waarde is. De gedachte daarachter is, dat men dan sneller en beter kan bijsturen, zodat er minder (belasting-)geld nodig is om een bank te redden bij eventuele fatale tekorten. In de nieuwe regeling is een bank verplicht om eerder af te schrijven op uitstaande kredieten. Sterker, zodra de vooruitzichten verslechteren is de bank verplicht om direct een forse voorziening te treffen (nu mag de bank nog wachten op de eerste wanbetaling voordat een voorziening moet worden getroffen, red.). Dit lijkt op zich logisch, maar, zoals gezegd, een balans is maar een momentopname, het kan morgen alweer anders zijn (beter én slechter).
Een tweede verandering betreft de regel dat banken niet direct behoeven af te schrijven tot marktwaarde bij een wanbetaling op (staats-)obligaties. Dit lijkt in flagrante tegenspraak met het eerdere voorbeeld en is dat natuurlijk ook. Waarom wel waarderen tegen marktwaarde bij uitgezette kredieten en niet bij aangekochte staatsobligaties? Dat heeft natuurlijk alles te maken met de eurocrisis, waarbij de ganse Europese bankensector ernstig in gevaar kwam door ongebreidelde financiering van eurozonelanden zonder dat er goed gekeken werd of de economieën van die landen wel sterk genoeg waren om de rente te voldoen c.q. de hoofdsom af te lossen. Enfin, het resultaat van die ongebreidelde financiering kennen we inmiddels...
Persoonlijk denk ik echter, dat niet nieuwe boekhoudregels de oplossing zijn voor deze problematiek, maar veel meer prudent beleid (ja, daar hoort ook politiek onafhankelijk toezicht bij, maar dan op een hele andere manier dan waarop dat nu geregeld gaat worden via de ECB). Beter risicomanagement vóóraf, dan correctie achteraf zou mijn motto zijn. Bovendien wordt de kracht van een economie op geen enkele wijze beïnvloed door de wijze waarop activa en passiva worden vastgelegd. De kracht van een economie wordt vooral bepaald door de investeringsbereidheid van ondernemers, innovatie en de aanwezigheid van koopkrachtige consumenten. Boekhouden heeft daar niets mee te maken.
Door de regel dat banken hun obligatieleningen niet hoeven afboeken tot reële marktwaarde zullen er ongetwijfeld wel veel meer Europese banken door de Asset Quality Review en de daarop volgende stresstesten komen, ter voorbereiding van de bankenunie. En dat was nu ook precies de bedoeling. De onvermijdelijke afboeking volgt dan later wel, voor rekening van -vooral- de Duitse en Nederlandse belastingbetaler.
Hier vindt u een overzicht van mijn columns en u kunt mij hier volgen op Twitter.