Vijftig 'trainers' naar Mali. Echt?
Mooi is dat: Mali staat in brand en de Fransen demonstreren even hoe je een land binnenvalt, verlost van geschifte islamisten en de bevolking je nog dankbaar is ook. Fransen zijn vaak volstrekt ten onrechte trots op de non-prestaties van hun achter geraakte land, maar nu kunnen ze met recht trots en tevreden zijn. Dit is de Amerikanen en Britten niet gelukt in Irak, om nog maar te zwijgen over Iran.
Timing is kennelijk alles. Hard en snel toeslaan en dan je vertrek openlijk plannen, nét voordat de bevolking kan gaan denken dat je weer zo'n nare Westerse bezetter bent. Dit is daadwerkelijk shock and awe, want heeft u gezien hoeveel materieel de Fransen hebben ingevlogen voor een relatief klein oorlogje? Met een kanon op een mug schieten, zullen we maar zeggen. Maar je raakt 'm wel.
En wat doet Nederland? Het stuurt zijn excellente leger (laat daar geen misverstand over bestaan, hoe graag we onszelf ook haten) naar Mali om de lokale bevolking te trainen.
Dat werkt alleen in het hoofd van Femke Halsema - en kennelijk ook in dat van Frans Timmermans. Kennelijk is dat volgens de Nederlandse politiek al jaren het enige waar ons leger goed voor is: onze jongens laten dienen in bloemetjesjurkmissies waar de hele internationale gemeenschap blij mee is, We waren zelfs te laf om straaljagers naar Libië te sturen, toen de NAVO daar een no-flyzone afkondigde. En dat voor de luchtmacht die de meeste succesvolle missies tijdens de Joegoslavië-oorlog heeft gevlogen - Srebrenica of niet.
Het beroep dat Nederland doet op zijn leger legt pijnlijk bloot dat we allang zijn geworden waar we al tenminste twee eeuwen bang voor zijn: een derderangsmogendheid. Als het vuile en noodzakelijke werk is opgeknapt, komen wij aanzetten.
Stelt u zich eens voor dat Venezuela Curaçao bezet, zouden wij dan net zo reageren als de Britten toen de Argentijnen hun grondgebied binnenvielen? Ik ben bang van niet.