Nederlanders zijn bang dat hun kinderen minder welvarend zullen zijn dan zij.
En dat vind ik eigenlijk niet eens zo'n gekke gedachte. Sterker nog, hoe kan het anders? We maken onszelf - en onze economie - al decennialang kapot door een enorme welvaartsstaat in stand te houden, die bijkans onbetaalbaar is geworden.
Als je denkt dat het vanaf nu beter wordt heb ik ook nog een mooie brug in de aanbieding voor je.
Goed, we zien de toekomst dus
met argusogen tegemoet: Veel Nederlanders hebben maar weinig vertrouwen in de toekomst van hun kinderen. De meerderheid van de bevolking denkt na jaren van toenemende welvaart dat het vanaf nu bergafwaarts gaat.
Waarom is dit zo'n schokkende ontwikkeling? Omdat het voor het eerst is sinds de Tweede Wereldoorlog dat we zo negatief zijn over de kansen van onze kinderen. 65 jaar lang hebben we gedacht dat onze kinderen het beter zouden hebben dan wij (wat klopte), nu niet meer. We weten wel beter: De welvaartsstaat is te duur geworden, de samenleving is getokkificeerd, en last but certainly not least, we hebben een enorme Europese schuldencrisis waar we ongetwijfeld nog vele jaren last van zullen hebben.
Het is aan de politiek om hier per direct iets aan te doen. Het kan namelijk nog altijd beter. Nederland is in verval, maar we kunnen het tij keren. Hoe? Door minder meegaand te zijn in Europe, door nationaal en internationaal de hand op de knip te houden, en door het bedrijfsleven en individuen meer, niet minder ruimte te geven. We moeten terug naar een kleine staat, waarin burgers, niet de overheid het welvaartsniveau proberen te verhogen.