Vreemdelingen die geen officiële status krijgen als vluchteling vertrekken vrijwel nooit meer uit Nederland, zo blijkt uit cijfers gepubliceerd door de Telegraaf. Het grootste deel van de vreemdelingen komt terecht in het juridische verdienmodel genaamd 'nieuwe aanvraag asielstatus'. Vanuit dat proces kunnen ze soms nog jaren in Nederland blijven. In veel gevallen vertrekken ze nooit.
De steekproef van het onderzoek van de Telegraaf is natuurlijk beperkt en gebaseerd op gegevens van slechts een aantal gemeenten zoals Eindhoven en Groningen. Maar toch bieden de cijfers wel enig inzicht in hoe de asielindustrie te werk gaat, en dat allemaal ten koste van de échte vluchtelingen -die voor oorlog huis en haard hebben verlaten.
De illegale vreemdelingen verblijven in zogeheten LVV's, dat zijn de Landelijke Vreemdelingenvoorzieningen. Weer andere (illegale) vreemdelingen verblijven in zogeheten Bed-Bad-Brood voorzieningen. Het is een probleem dat vreemdelingen zonder verblijfsvergunning, inkomen en onderdak rondzwerven door de juridische procedures.
Het verblijf van de vreemdelingen is immers een risico voor henzelf en de samenleving: met name jonge mannen ontsporen regelmatig wanneer ze in een uitzichtloze situatie terechtkomen. Ze gaan dan roven, handelen in drugs of steken zichzelf in brand. In andere gevallen terroriseren ze buschauffeurs van OV-bedrijven of halen andere minder plezante acties uit.
Voor vluchtelingen, Nederlanders én de illegalen zelf is het daarom beter dat de mislukte asielaanvragers gewoon het land verlaten, maar dat gebeurt dus niet. Ook het inzetten van dwangmiddelen lijkt vooralsnog niet te doen, daartoe ontbreekt de politieke wil en bestaat er verdeeldheid in de Tweede Kamer over de behandeling van vreemdelingen zonder status. Ondertussen houden de problemen rondom illegalen aan.