"In hun westerse samenleving is hun ideologie te dominant geworden."
Ooit was Warren Farrell één van de bekendste 'feministen' van -- nou ja -- de wereld. Zo was hij het enige mannelijke directielid van de National Organization for Women in Amerika. Zoals De Volkskrant uitlegt:
Hij werd op handen gedragen. Overal verscheen hij op televisie en in de krant en zijn lezingen trokken stampvolle zalen.
De media hielden van hem. Maar dat was toen, dit is nu: tegenwoordig wordt hij vooral vermeden door diezelfde media. Farrell heeft zich de afgelopen jaren namelijk tegen het moderne feminisme gekeerd. De reden? Hij ziet dat het feminisme tegenwoordig totaal is doorgeslagen en dat mannen én jongens het kind van de rekening zijn. Waar hij zich inzette voor gelijke rechten ziet hij dat moderne feministen mannen en mannelijkheid eerst en vooral willen onderdrukken. Liefde voor het vrouwelijke is vervangen door haat voor alles wat mannelijk is.
Het is nauwelijks te bevatten, maar de Volkskrant heeft tóch besloten om hem te interviewen... en hem daarbij de kans te geven om rustig zijn verhaal te doen. Je kunt alleen maar verwachten dat journalist Marco Visscher binnenkort wordt ontslagen door zijn werkgever, maar hé, dan heeft hij in ieder geval toch één belangrijk interview geschreven.
In het gesprek zegt Farrell:
"Ik geloof dat feministen te ver zijn doorgeschoten. Zij sluiten mannen buiten en verafschuwen mannelijkheid. In de westerse samenleving is hun ideologie te dominant geworden."
Hij legt uit:
"De enige woordvoerders over vraagstukken rondom mannen en vrouwen zijn feministen – en dat al tientallen jaren. Dat is een grote fout. Feministen leggen namelijk een vergrootglas op de vrouwelijke ervaring van machteloosheid of van mannelijke macht over hen. Zij negeren dat mannen eveneens machteloosheid ervaren en dat vrouwen een zekere macht over mannen hebben. Vanwege het dominante feminisme bespreken we rondom deze thema’s alleen maar wat de feministen willen dat we bespreken."
Voor de goede orde veegt hij ook de vloer aan met de idee van "het patriarchaat":
"Weet u, feministen doen graag alsof de wereld hiërarchisch is georganiseerd: mannen bovenaan, vrouwen onderaan. Daarmee slaan ze de plank volledig mis. De wereld werd nooit geregeerd door een patriarchaat, maar simpelweg door een noodzaak om te overleven. De overlevingsstrijd vereiste dat zowel mannen als vrouwen bereid waren hun leven op te offeren."
En wat betreft de offers die vrouwen volgens feministen brengen (maar mannen niet):
"[D]e meeste mannen die ik ken wilden het liefst schrijver, acteur, kunstenaar of muzikant worden, maar bijna allemaal hebben ze een dodelijk saaie kantoorbaan om hun gezin te onderhouden. Dát is het offer dat mannen brengen: zij doen werk dat geestdodend, veeleisend of ronduit gevaarlijk is. Feministen hebben dat offer van de man nooit erkend. Sterker, zodra mannen opklimmen in hun carrière en meer gaan verdienen, roepen vrouwen dat er sprake is van “mannelijk privilege”. Maar wanneer mannen hun baan verliezen in de fabriek, of wanneer ze worden uitgezonden als soldaat kijkt niemand naar hen om."
Natuurlijk heeft hij daar een bijzonder goed punt mee. Niet alleen vrouwen brengen offers, mannen doen dat ook. En ja, allebei doen ze dat voor het gezin.
Het gevolg van de feministische dictatuur is, aldus Farrell, dat jongens steeds verder achterop raken. Het is onmogelijk om het daarmee oneens te zijn. Niet alleen doen jongens het minder goed dan meisjes op school, hun IQ daalt daadwerkelijk. Daarnaast hebben ze meer fysieke en psychologische problemen dan ooit én plegen ze vaker zelfmoord. Zoals Farrell terecht stelt zouden er allerlei door de overheid gesubsidieerde initiatieven genomen worden als het om meisjes ging. Maar jongens? Blijkbaar kan niemand zich druk maken om hén.
Ook heeft Farrell het één en ander te zeggen tegen al die zeurpieten die klagen dat de 'mannenbeweging' soms te hard is over vrouwen. Ja, dat klopt, zegt hij, maar "wanneer een vrouw zich op een agressieve, badinerende manier uitlaat over mannen, is dat niet alleen toegestaan, maar wordt ze geprezen. Dat staat in schril contrast met wat een man zich kan veroorloven te zeggen over vrouwen. Eén opmerking die verkeerd valt, kan het einde van zijn carrière betekenen." Daarom weigert hij zich van de beweging te distantiëren. En terecht, natuurlijk.
Hoewel zijn boek eerst en vooral over Amerika gaat is het Farrell duidelijk dat Nederland óók een groot probleem heeft. Sterker nog, het 'jongensprobleem' is groter in ons land dan in zijn eigen land:
"In uw land is de feministische ideologie dominant. Dat stemt weinig hoopvol, want iedere ideologie leidt tot blikvernauwing. Als mensen erdoor worden bevangen, gaan ze simplistisch denken. Een complex vraagstuk als de veranderende rollen van vrouwen en mannen wordt dan teruggebracht tot eenvoudige uitgangspunten: mannen hebben privileges, vrouwen niet; mannen zijn onderdrukkers, vrouwen worden onderdrukt."
Vervolgens legt hij uit dat er in Nederland geen sprake is van "emancipatie, maar van doorgeschoten feminisme." Dat is een verschil -- een heel belangrijk verschil omdat emancipatie goed voor iedereen is, terwijl doorgeslagen feminisme allerlei problemen veroorzaakt voor mannen en jongens.