Virginie Korte-van Hemel was advocate, Tweede Kamerlid en werd staatssecretaris van Justitie in de kabinetten Lubbers-I en Lubbers-II. Ze had onder meer het vreemdelingenbeleid, jeugdbescherming en het gevangeniswezen in haar portefeuille. In haar periode van 1982 tot en met 1989 bracht ze een nieuwe Wet op het Nederlanderschap tot stand. Als staatssecretaris moest ze fors bezuinigen op de gevangenissen.