Nederlanders wonnen acht keer op de top van Alpe d'Huez. Daarmee zijn wij het meest succesvolle volkje ooit op die berg.
Vandaag is een grote dag in de Tour de France, zéker voor Nederlandse wielrenners én wielrenfans: de etappe eindigt namelijk op de top van Alpe d'Huez, één van de machtigste bergen die regelmatig (zo niet altijd) beklommen worden in de Tour. Nederland heeft een lange en succesvolle geschiedenis met deze berg: Nederlanders wonnen maar liefst acht keer toen de finish op deze col was. Denk maar aan mensen als Hennie Kuiper, Joop Zoetemelk, Peter Winnen, en natuurlijk Steven Rooks en Gert-Jan Theunisse. Kuiper, Zoetemelk en Winnen wonnen de etappe zelfs twee keer; een nagenoeg ongekende prestatie.
Geen wonder dus dat de Nederlandse wielerfans vandaag weer veel verwachten van 'onze toppers.' Met name Robert Gesink, Bauke Mollema en Steven Kruijswijk worden gezien als mogelijke kanshebbers. 5.000 tot 15.000 Nederlandse fans zullen hen opwachten in de zogenaamde 'Nederlandse bocht,' waar duizenden Nederlanders 'onze' renners staan aan te moedigen.
Voor deze wielrenners is dat fantastisch. Robert Gesink gaf gisteren al aan bijzonder veel zin te hebben in te beklimming; hij weet dat het feitelijk een thuiswedstrijd zal zijn voor hem. Mollema en Kruijswijk denken er net zo over.
Toch zal het vrij lastig worden voor onze jongens. Gesink staat op de zesde plaats in het klassement. Hoewel hij weinig hoop heeft op een podiumplaats lijkt ieder lid van de top tien fanatiek voor zijn plaatsje te strijden. In het verleden kon het renners niet zoveel schelen of ze vierde of achtste werden, maar tegenwoordig is het anders. Nu telt elke plek. De kans dat Alberto Contador, Vincenzo Nibali en Alejandro Valverde Gesink laten gaan is dus vrij klein. Als hij hen wil verslaan moet hij ze er gewoon echt af rijden; geen gemakkelijke opgave omdat die drie heren stuk voor stuk geboren klimmers zijn.
Wat in Gesinks voordeel spreekt is dat Alpe d'Huez een behoorlijke lange, maar regelmatige klim is. Op dat soort cols is hij op zijn best.
Datzelfde geldt voor Mollema. De enige vraag met hem is hoe goed zijn benen zijn. De afgelopen dagen bleef hij weliswaar in het kielzog van de grote jongens, maar dat ging hem niet gemakkelijk af. Hij moest keer op keer diep in het rood gaan. Daar staat tegenover dat hij wel wat verder in het klassement staat, met name wat zijn achterstand qua minuten betreft. Hij heeft meer kans dat hij mág wegrijden... of dat degenen die reageren feitelijk niet beter zijn dan hij.
Tenslotte is Kruijswijk continu goed, maar gisteren moest hij zijn ambities op een etappeoverwinning opgeven om Gesink te helpen. De kans is groot dat hij dat vandaag weer zal moeten doen. Er is maar één uitzonderingsgeval mogelijk: als Gesink zo goed is dat hij zegt Kruijswijk niet nodig te hebben. Misschien dat die dan voor eigen succes kan en mag gaan.
Hoe dan ook weten we één ding zeker: het wordt vandaag vrijwel zeker een buitengewoon mooie dag in de Tour.