Het tekort blijkt vorig jaar toch onder de Europese drieprocentsnorm te zijn uitgekomen. Maar echt goed nieuws is dat niet.
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
liet gisteren weten dat het begrotingstekort in 2013 uitkwam op 15 miljard euro, oftewel 2,5 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Dat was minder dan voorspeld. Aangenomen werd dat Nederland vorig jaar de grens van 3 procent wederom had overschreden. Formeel mogen de Europese landen geen tekort hebben dat hoger is dan 3 procent. In de praktijk hebben tal van landen die afspraak de afgelopen jaren geschonden.
Dat het tekort vorig jaar met 9 miljard euro afnam, is toch niet echt iets om blij van te worden. Want de daling kwam vooral door stijgende belastinginkomsten. In totaal kwam er bij de overheid vorig jaar 285 miljard euro binnen, 7 miljard meer dan het jaar ervoor.
Het grootste deel van die stijging 5,6 miljard kwam uit hogere belastingen en premies, waaronder hogere inkomstenbelastingen en de verhoogde assurantiebelasting. Die werd in januari meer dan verdubbeld, van 7,5 procent in 2011 naar 21 procent. Ook de energiebelasting is flink gestegen. Al met al is de belasting- en premiedruk met 39,3 procent van het bbp sinds 1999 niet zo hoog geweest.
Geen wonder dat de
consumptieve bestedingen in 2013, voor het derde jaar op rij, afnamen. Huishoudens gaven 2,9 procent minder uit aan goederen en 0,4 procent minder aan diensten. De Nederlandse burger heeft als gevolg van de economische teruggang, hoge werkloosheid en zware lasten simpelweg steeds minder te besteden. Dus zagen ook ondernemers hun winst dalen, met 600 miljoen euro.
De overheid, daarentegen, blijft, ondanks al het geklaagd over 'bezuinigingen', meer uitgeven. Sinds het begin van de crisis vijf jaar geleden geeft de staat jaarlijks 50 miljard euro meer uit. Doordat de werkloosheid is toegenomen, worden er meer uitkeringen verstrekt. Die waren vorig jaar, samen met stijgingen in de AOW, goed voor 3,4 miljard euro extra uitgaven. De zorgkosten bleven voor de overheid nagenoeg gelijk, doordat het eigen risico werd verhoogd, maar zullen ongetwijfeld weer verder oplopen. Als het kabinet dan op de ingeslagen weg door blijft gaan, betekent dat nog meer lastenverzwaringen, dus nog minder consumentenbestedingen, dus lagere winsten, dus lagere groei. Zo blijft Nederland in een vicieuze cirkel die alleen met belastingverlaging kan worden doorbroken. Daartoe is deze regering niet bereid. Want, zo zei minister Jeroen Dijsselbloem (PvdA) van Financiën vorige week, "Ik heb geen geld over."
Wij ook niet.