Op zaterdag 21 februari - je kunt immers niet vroeg genoeg beginnen - begon de aftrap van Kick out Zwarte Piet, editie 2015. Journalist Robert Engel, die voor The Post Online een verslag over de bijeenkomst schreef, werd
hardhandig de zaal uit geëscorteerd en moest onder dreiging de door hem gemaakte
foto’s verwijderen. Volgens de organisatie, die uiteraard
afstand neemt, is dit echter buiten medeweten en buiten het oog van de organisatie geschied. Dat moeten we maar aannemen dan.
Op de sociale media, de
hyperrealiteit die soms een echte werkelijkheid wordt, werd natuurlijk heftig over het incident gediscussieerd. Gelukkig had bijna iedereen kritiek op de bedreigingen aan het adres van Engel. Alleen
the usual suspects vonden dat Engel, die trouwens eufemistisch gezegd niet bepaald van onbesproken gedrag is, een koekje van eigen deeg heeft gekregen en vonden geweld dus blijkbaar gerechtvaardigd.
In tegenstelling tot veel lezers van De Dagelijkse Standaard ben ik geen voorstander van Zwarte Piet. Het onderwerp vind ik namelijk niet zo belangrijk, het is maar een symbool, en ik kan mij ook wel goed voorstellen dat tegenstanders van Zwarte Piet hier racisme in zien. Als Zwarte Piet wordt afgeschaft, zal ik daar dan ook geen traan om laten. Mijn probleem met de tegenstanders van Zwarte Piet is het bekrompen fanatisme waarmee ze hun strijd voeren. Het zijn intellectuele terroristen. Hun strijd is een heilige oorlog, een
jihad. Iedereen die daar kritiek op heeft of grappen hierover maakt is moreel fout en moet worden verketterd.
Om jihadi's te kunnen bestrijden, moet je ze eerst leren begrijpen.
Wat heel erg opvalt, is dat de tegenstanders van Zwarte Piet vooral twintigers en dertigers zijn die relatief gezien goed zijn opgeleid. Het gaat dus om een groep jonge mensen die bezig is om een positie in de samenleving te bemachtigen. Het gaat dus in de eerste plaats om aandacht, aanzien en macht. Het feit dat Quinsy Gario, Zihni Özdil en Anousha Nzume als gevolg van de Zwarte Piet-discussie veel in de media komen en BN’ers zijn geworden, is voor deze mensen misschien nog wel belangrijker dan de vraag of Zwarte Piet al dan niet wordt afgeschaft. Very Machiavelli, maar zo werkt het.
Maar profileringsdrang is niet hetzelfde als fanatisme. Waarom gedragen de tegenstanders van Zwarte Piet zich als intellectuele terroristen?
Lees verder op pagina twee.
Om hun fanatisme te verklaren, moet er gekeken worden naar het heldenepos dat de activisten zichzelf vertellen en waarin ze zelf natuurlijk de hoofdrol spelen. Om als groep een eigen identiteit te creëren heb je verhalen nodig. Je spiegelt je aan voortrekkers van weleer die een dappere strijd hebben gevoerd en die strijd voer je dunnetjes over. Je zou de beweging kunnen vergelijken met het
Gereformeerd Politiek Verbond, een kleine christelijke partij met radicale standpunten.
Het GPV beschouwde zich als de ware vaderlandse partij en keerde zich fel tegen de Europese eenwording en de aantasting van het (koninklijk) gezag. Nederland was een protestants land - God, Nederland en Oranje - en het GPV was de partij die deze identiteit het beste verdedigde. Het GPV spiegelde zich aan Willem van Oranje, die Nederland had bevrijd van de Spanjaarden en van ons land een protestantse natie maakte, en natuurlijk aan de dappere geuzen die de Spanjaarden op zee bevochten en voor de duvel niet bang waren. Andere historische helden van het GPV waren de zeventiende-eeuwse kolonialisten
Jan Pieterszoon Coen en
Jan van Riebeeck en de negentiende-eeuwse politicus
Guillaume Groen van Prinsterer.
Het heldenepos van de tegenstanders van Zwarte Piet lijkt op de mythe die het GPV zichzelf vertelde. De tegenstanders van Zwarte Piet spiegelen zich aan buitenlandse voorbeelden, de strijd van het ANC tegen de apartheid in Zuid-Afrika en vooral de strijd van de
African-American Civil Rights Movement. Nelson Mandela, Rosa Parks, Martin Luther King en last but not least Malcolm X zijn de voorbeelden die inspireren. Hun strijd moet nu in Nederland worden gevoerd.
Het martelaarschap van deze historische helden is heel belangrijk. Als men tegenslagen verwerkt vergelijkt men het eigen lijden met dat van de helden. Toen ik ergens in 2013 Quinsy Gario voor een zeikerd uitmaakte zei hij dat ik Rosa Parks ook een zeikerd zou hebben gevonden. Gario stelde zijn strijd tegen Zwarte Piet gelijk met de strijd van Parks tegen de racistische scheiding in het openbaar vervoer in het zuiden van Amerika van toentertijd. Volkomen zot natuurlijk, maar blijkbaar niet als je gelooft.
De helden en hun strijd worden om de zoveel tijd herdacht. Op 6 december 2014 eerden zwarte en andere activisten op de Dam Nelson Mandela, die precies een jaar eerder was overleden. De demonstratie was georganiseerd door de Internationale Socialisten en werd aangegrepen om te protesteren tegen Zwarte Piet en Israël, die samen het summum van racisme zouden zijn. Voor De Dagelijkse Standaard schreef ik hierover een
sfeerverslag. De bijeenkomst was echter niet bijzonder spectaculair en er vonden gelukkig ook geen incidenten plaats.
Een stuk spannender (en gevaarlijker) was de bijeenkomst op 1 juli 2014, een klein half jaar eerder dus, waarop de afschaffing van slavernij in Suriname werd herdacht. Speciaal voor deze gelegenheid hadden enkele deelnemers zich
als slaven verkleed, compleet met ketenen en geverfd bloed, om op deze manier het lijden van de slaven van toen en natuurlijk de zwarten van nu te verbeelden. De mannen zagen er gepijnigd maar vastberaden uit.
What doesn’t kill you makes you stronger.
Op deze bijeenkomst was Annabel Nanninga, toen nog reporter van GeenStijl, aanwezig. Het kwam bijna tot een handgemeen toen de witte
usual suspects het publiek tegen haar probeerden op te hitsen. Zij was namelijk de bedenker van de reviaanse term ‘dobbernegers’ (bootvluchtelingen), waardoor ze een racist zou zijn. En tegen racisten zijn kennelijk alle middelen geoorloofd.
Lees verder op pagina drie.
De incidenten rond Engel en Nanninga brengen mij tot het cruciale punt dat het fanatisme van de Zwarte Piet-tegenstanders verklaart: het hebben van een manicheïstisch wereldbeeld waarin het kristalhelder is wie goed en wie fout zijn, wie zwart en wie wit is. De intellectuele terroristen strijden tegen de duivel die nuance heet. Het feit dat Zihni Özdil
blij is met Geert Wilders, omdat op deze manier het institutionele racisme van witte Nederlanders zichtbaar wordt, is heel veelzeggend. In een
interview met Radio Rijnmond beweert Özdil trouwens dat de PVV een nazipartij is. Als Özdil dus consequent is, noemt hij in een volgend commentaar alle witte Nederlanders nazi’s.
Het GPV had ook een manicheïstisch wereldbeeld. Het GPV was de ware vaderlandse partij van de ware gereformeerde kerk, de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt). Iedereen had de plicht zich bij de ware kerk te voegen, anders was je moreel fout. Het GPV voerde met andersdenkenden een ethisch conflict. Iedereen die de wereldhistorische betekenis van de
Vrijmaking van 1944, een kerkscheuring in oorlogstijd, niet erkende was moreel fout. Het hoeft geen betoog dat het GPV veel kenmerken van een sekte had, een tijdlang misschien wel een soort van sekte was.
In de beginjaren van het GPV was alleen de kleine kudde van ware vrijgemaakte gelovigen goed. De rest van de mensheid was fout omdat men een verkeerde kerkkeus had gemaakt. Dat het GPV uiteindelijk normaliseerde kwam omdat de partij zich zeer verbonden voelde met Nederland. ‘Wij zijn Nederlanders’ stond er in het verkiezingsprogramma
Den vaderland getrouwe uit 1963. Het ronkende nationalisme van het GPV heeft iets verschrikkelijk kneuterigs, maar dit zorgde er wel voor dat de sekte bovengronds ging en een beetje normaler werd.
Net als het GPV vormen de fanatieke tegenstanders van Zwarte Piet een kleine kudde van ware gelovigen. Klein maar krachtig, dat maakt ons uniek. Wij hebben het licht gezien. Wij weten nu dat Nederland door en door racistisch is en zucht onder het regime van institutioneel racisme en wit privilege. Als kleine kudde van ware gelovigen worden we vervolgd, maar we zullen de strijd winnen. Eerst met protesten, dan met burgerlijke ongehoorzaamheid en daarna ‘
by any means necessary’ (
Malcolm X).
Hopelijk normaliseren de tegenstanders van Zwarte Piet ook en stoppen ze met sektetje-spelen. Ja, potverdomme, jullie ideologische drammers zijn ook Nederlanders. En vergeet potverdomme dat woordje ‘ook’, dat jullie vast als betuttelracistisch zullen veroordelen. Jullie zijn Nederlanders, Europeanen, hebben potverdomme dezelfde rechten en plichten als iedere andere burger in dit land. Ga eens iets leuks doen, verbreed je horizon en ontmoet leuke witte mensen, want die bestaan er ook, en lach vooral gewoon wat vaker.
De slimme zwarte scholier
Huey Freeman, de ‘intellectual terrorist’ uit de fantastische tekenfilmserie
Boondocks, lacht ook veel te weinig. Terwijl hij soms best een punt heeft. Als je serieus genomen wil worden, moet je jezelf niet al te serieus nemen.