'Wie ben ik om te zeggen dat mijn mening beter is; alle meningen zijn toch gelijkwaardig?!'
Als student maak je de natuurlijk de mooiste dingen mee en ontmoet je de meest exotische mensen. Sommigen gaan ervoor backpacken in Zuid-Oost Azië, maar voor dezelfde geestverruimende ervaring kunt u ook in gesprek gaan met een linksdraaiende student. Nu zeg ik linksdraaiend, maar ik vertoon oneindig veel meer gelijkenis met een overtuigd SP'er dan met het progressief-liberale wezen waarop ik wijs. Deze studenten van nu - en het is volgens mij vooral een studentenplaag - zijn de old boys ('and girls!') van morgen. Sorry, we gaan er de oorlog niet mee winnen. Maar dat spijt mij meer dan hun, want strijd is daadkracht, is bah.
Ik wil u een puntsgewijze karakterschets niet onthouden:
- De progressief-liberale student, ook wel PLS genoemd, is het begin en einde van zijn wereld. Het subject is geheel en al op zichzelf betrokken. Deze wereldschuwheid wordt gelegitimeerd met de quasi-redenering dat 'ik niet beter ben dan de Ander'. Natuurlijk, deelnemen aan een gemeenschap impliceert namelijk een superioriteitsaanspraak. Ik hoop dat u dat ook niet begrijpt.
- De PLS vindt ook dat ieder zijn eigen mening heeft, die samenvalt met waarheid. Sterker, waarheid is een mening, en elke mening is even waardevol. Zeggen dat objectieve waarheid bestaat (en voor de twijfelaars, ik zal er binnenkort een stukje over schrijven) grenst aan fascisme, want het dient geen ander doel dan mensen die niet hetzelfde denken de mond te snoeren.
- De PLS denkt dat alle meningen (en culturele uitingen) wezenlijk van dezelfde waarde zijn. Stenigen is gewoon een bepaald cultureel verschijnsel dat net zoiets is als het betalen van topsalarissen. Wij kunnen en mogen daar geen waardeoordeel over uitspreken dat afwijkt van een gelijke achting. Tenzij de stenigende meute iets anti-Westers zegt, dan moeten we onszelf onderwerpen aan genadeloze zelfkritiek.
- De PLS is totaal niet begeesterd. Hij heeft geen doelen die het zelf ontstijgen, geen punt aan de horizon, alleen een narcistische fixatie op het zelf. De PLS lijdt zijn leven, zonder het te leiden.
- De PLS is nergens en bij niemand thuis als de gemeenschap niet zelf gekozen is. Er is geen geborgenheid bij de familie, geen omarming van de woonplaats en geen binding met de natie. Elke niet-gekozen gemeenschap is namelijk niets anders dan een instrument tot exclusie en onderdrukking. Vrienden en gekozen betrekkingen zijn de enige mensen bij wie enige ideeën en gevoelens zouden kunnen resoneren.
- De PLS heeft een hekel aan geld, tenzij het zijn eigen geld is. Geld met een kapitale G is fout, vooral omdat anderen het hebben en het mensen alleen maar 'beperkt in hun mogelijkheden' - en per definitie onverdiend is. Hun geld, vooral in de vorm van royale overheidsfinanciering is geen gift, geen aansporing, maar een grondrecht.
- De PLS ziet niet in waarom hij bestaat - en waarom het beter zou zijn als hij er was. En eigenlijk is de Ander in concreto niet zo waardevol als we hem in abstracta kunnen maken. Volo quod sis is onoprecht en onwaar.
Wellicht is u dit wat te abstract. Dan zal ik u een naam geven van iemand die lijdt aan dit syndroom en daar openlijk voor uitkomt. Zijn naam is Arnon Grunberg (opvallend genoeg geen student, maar wel bekend) en hij schrijft op elke Volkskrant een 'voetnoot' die te reduceren is tot een van bovenstaande punten. Wapen u ertegen met gezond verstand en zeg niet dat u niet gewaarschuwd bent!