Dat zowel staatsschulden als corporate en particuliere schulden in de Eurozone (men kan ook "de wereld" zeggen) de pan zijn uitgerezen en daardoor de speelruimte om de economie te stimuleren uiterst klein is geworden is nu wel algemeen bekend.
In de onderstaande grafiek is dat voor het einde jaar 2012 afgebeeld per lidstaat. Inmiddels zijn die schulden verder toegenomen, sommige behoorlijk stevig.
Vrijwel algemeen wordt aanvaard dat een staatsschuld van meer dan 90% niet meer houdbaar is, hetgeen ook geldt voor corporate/particuliere schuld van meer dan 180% van het BBP. Dit afgezien van de EU regel die 60% staatsschuld het maximum acht. Bij Luxemburg moet worden aangetekend dat het grootste deel van de corporateschuld toe te schijven is aan buitenlandse vestigingen, bij Nederland dat daar de particuliere schuld bijzonder hoog is, hetgeen op het conto van de hypotheken moet worden geschreven. Dat deze houdbaarheids percentages arbitrair zijn aangezien de hoogte van de te betalen rente een stevige rol daarbij speelt is aannemelijk. Landen met een flink groeiende economie zullen een lagere rente moeten betalen dan landen met een kwakkelende economie, bijvoorbeeld. Maar voor alle is er een punt dat de rentebetalingen zo hoog zijn geworden dat verdere leningen contraproductief zouden werken. Met andere woorden dat er geen geld kan worden geleend voor investering in de economie. In de afbeelding ziet men duidelijk dat vrijwel alle lidstaten die erin voorkomen zowel een te hoge staatsschuld hebben als een te hoge private sector schuld.
Grof gezegd barst de eurozone van de schulden en is er een groot gebrek aan geld om de economieën aan te jagen. Schulden terugdringen en tezelfdertijd investeren om de nodige groei te genereren, hoger dan de inflatie, bij gelijkblijvende niet geindexeerde overheidsuitgaven om juist die schulden te kunnen verminderen en dat in een groep lidstaten die financiëel en economisch ver uit elkaar staan en dezelfde munt hebben is een Sisyphus arbeid. Economisch ook ver uit elkaar zoals blijkt uit de percentages werkeloosheid en jeugdwerkeloosheid, uiteenlopend van minder dan tien procent tot boven de vijfentwintig procent werkzoekenden. Het is niet verwonderlijk dat er een correlatie bestaat tussen schuld en werkeloosheid.
Een derde facet is de inflatie, disinflatie en deflatie in de eurozone. Ook hier eenzelfde beeld een range van een deflatie van 2% tot een inflatie van 1,4%. Beide beneden de door de ECB gewenste 2% maar wel een onderling verschil van 3,4%.
Als er één ding zeker is is het wel dat bij dergelijke sterk uiteenlopende schulden, werkeloosheid en de/inflatie er niet een voor alle lidstaten geldende oplossing is, althans indien er uberhaupt een oplossing te vinden valt. De zegeningen van de euro zijn op de vingers van een afgehakte hand te tellen. Om de situatie nog wat gecompliceeerder te maken is 2014 ook het jaar waarin de banken aan een stresstest moeten worden onderworpen en daarna geherkapitaliseerd om aan de eisen van de te vormen bankenunie te voldoen.
Eurostat:
De schattingen over de omvang van die herkapitalisatie lopen wild uiteen, hetgeen inhoudt dat niemand het weet, van onder de honderd tot vele, vele honderden miljarden euros. Veel hangt af van de schattingen die de onderzoekers van M. Nouy van de assets van de banken zullen maken. Hoeveel zeepbellen hangen aan de neuzen van de banken. In feite hangt het succes van de stresstest af van die schattingen. Als volgende complicerende factor geldt het begrotingstekort. Elke procent tegrotingstekort in de totale eurozone jaagt die totale schuld op met een slordige 100 miljard euro en het ziet er niet naar uit dat de komende jaren dat tekort zal overgaan in een surplus, een overschot dat de schuld moet doen dalen. Uitgaven aan research and development ineens elk jaar als investering zien en dus 3% bij het BBP optellen is natuurlijk puur boerenbedrog want dat geld is uitgegeven en weg en de mogelijk eruit voortvloeiende baten blijken pas jaren later.
Poen, poen poen, denk eens in wat je allemaal met poen kan doen. Jazeker maar dat moet je wel ergens vandaan halen. Als je als staat niet meer genoeg kunt lenen, de belastingen en heffingen al zo hoog zijn dat die niet meer opgeschroefd kunnen worden, de banken ook gestut moeten worden en het bedrijfsleven zucht en steunt en ook de dreigementen van Draghi aan kracht gaan verliezen wat blijft er dan over?
Op wie wierpen de heersers in het verre verleden (of zelfs niet te ver) begerige blikken als ze hun oorlogen niet konden bekostigen? Niet moeilijk te raden. Volgende keer een paar mogelijkheden.