Deze week gaat de Kamer zich eindelijk buigen over de regeringsverklaring van het kabinet Rutte-Verhagen. In praktijk zal het hele debat worden gereduceerd tot twee vragen: durft de linkse oppositie na alle zware woorden van de afgelopen maanden het aan meteen al met een motie van wantrouwen te komen? En zal Wilders inderdaad met een motie komen waarin hij de nieuwe staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten oproept om afstand te doen van haar Zweeds staatsburgerschap?
Het antwoord op de eerste vraag luidt hoogstwaarschijnlijk nee, al kan het verloop van het debat daar nog wel verandering in brengen. Bij sommige partijen staan regenteske reflexen steun voor zo'n motie in de weg - in keurig Haagse kringen wordt het indienen van zo'n motie tegen mensen met wie men in de toekomst nog eens hoopt samen te werken als 'niet chique' beschouwd. Bij andere partijen is het eerder politieke berekening die tot uitstel leidt. Een dergelijke motie indienen zou in praktijk de samenhang binnen het blok van 76 eerder kunnen verstevigen.
Rest de vraag wat Wilders gaat doen. Ogenschijnlijk is het simpel: hij kan niet anders dan een motie indienen. Het feit dat hij tijdens het debat over het dubbele nationaliteit van de staatssecretarissen Albayrak en Aboutaleb uitgerekend het voorbeeld van een Zweedse staatssecretaris gebruikte, laat hem geen andere keus. Wilders zal echter beseffen dat een motie van wantrouwen, zelfs als die in praktijk geen enkele kans maakt te worden aangenomen, waarschijnlijk toch een bom zal leggen onder het kabinet. Het CDA zal immers niet accepteren dat hij al op de eerste parlementaire werkdag van het nieuwe kabinet probeert een van hun bewindslieden naar huis te sturen. Hij zal dus moeten inbinden en het bijkomende gezichtsverlies moeten accepteren.
Om te vermijden dat het op een al te zware vernedering uitloopt, heeft de nieuwe premier zich nu tussen Wilders en de linkse critici opgesteld. Dat is in ieder geval het effect van Ruttes uitspraken van vorige week. Door te verklaren dat hij er al vanaf het begin van wist en dat hij er ook geen probleem in zag, nodigde hij pers en oppositie uit zijn standpunt van nu te vergelijken met dat van najaar 2007. Niet Wilders (die niet van mening veranderd is) maar Rutte zelf zal dus het voornaamste mikpunt van linkse kritiek worden. Geen ideaal begin voor hem, maar liever een klein deukje in zijn verder stevige reputatie dan gekwetste ego's bij de PVV. Dat laatste is voor het voortbestaan van de coalitie immers veel gevaarlijker.