Als het aan de PvdA ligt moeten studenten niet alleen kunnen meepraten, maar ook echt besluiten kunnen nemen over hoe universiteiten te werk gaan. Minister Bussemaker diende onlangs een voorstel in studenten meer macht te geven binnen de
universiteit, wat al de nodige controverse opleverde binnen de coalitie en de Kamer. Dat
gaat de PvdA, de eigen partij van de minister, echter nog lang niet ver genoeg. Zij hebben er nu nog eens een schepje bovenop gedaan: studenten moeten niet meer macht krijgen, maar veel meer macht.
Op dit moment kunnen studenten via talloze organen, zoals universiteitsraden, meepraten over de toekomst van de instellingen. Uiteindelijk ligt de bevoegdheid om daadwerkelijk besluiten te nemen echter nog steeds bij het universiteitsbestuur zelf, zoals dat sinds jaar en dag het geval is geweest. Inmiddels worden deze besturen wel geacht om het advies van de studenten serieus te bekijken, wat uiteraard niet meer dan logisch is: studenten vormen een deel van de universiteit, en hebben dus ook zo hun ideeën wat betreft verbeteringen. Dat is allemaal prima, en zo nu en dan leidt dit ook zeker tot nuttige adviezen.
Tot zover geen problemen dus, maar wel als het aan de PvdA ligt. Zij vinden het huidige systeem lichtjes uitgedrukt niet bepaald afdoende, en stellen meer dan 20 wijzigingen voor. Hieronder valt het recht van studenten om bestuurders te kiezen en om een veto uit te spreken over beslissingen die hen niet aanstaan. Maar het belangrijkste punt hier is waarschijnlijk wel dat er een student in het bestuur moet komen. Jawel.
Misschien klinkt dit op het eerste gezicht niet eens zo gek, vooruit: studenten zijn immers deel van de universiteit, en dus zouden ze inspraak moeten hebben. Maar ben je als student wel echt een 'deel' van een universiteit, vergelijkbaar met bijvoorbeeld een hoogleraar? Laten we wel zijn, de student is eigenlijk gewoon een afnemer van het product 'onderwijs' dat de universiteit aanbiedt. Dat maakt van de universiteit niet meteen een bedrijf, maar dat betekent wel dat de rol van de student die van cliënt of gast aanneemt. En maak nu wel eens die vergelijking met bedrijven: heb jij ook het recht om bij de schoenenzaak op de hoek te bepalen hoeveel jij voor de nieuwe laarzen betaalt? Natuurlijk niet, en gelukkig maar. Dat zou een stevig geval aan belangenverstrengeling zijn, aangezien de aanbieder dan ook afnemer zou zijn, en één persoon dus worstelt met de belangen van twee verschillende rollen.
Want wat is nu precies de rol van een universiteitsbestuur? Het moet keuzes maken, waarbij sommige dingen soms helaas ten koste moeten gaan van andere dingen, vooral wanneer het bezuinigingen betreft. Dit zijn zware keuzes, maar de mensen die hiervoor zijn gekozen zijn dat ook niet om de minste redenen. Vaak hebben ze jaren van uitstekende verdiensten achter zich, waarmee ze duidelijk hebben gemaakt de capaciteiten te bezitten die deze baan vergt. Want dat is het uiteindelijk: een baan. En net als bij alle andere banen wil je op elke post de meest capabele persoon hebben zitten, of niet soms?
Deze wens lijkt lastig te verenigen met het verkiezen van bestuurders door studenten, die uiteraard minder kennis van het verleden van potentiële kandidaten zullen hebben dan personen die zich al decennia lang in de universiteitswereld bevinden. En daarmee is ook eigenlijk meteen het idee van een student in het bestuur van meerdere kanten afgeschoten. Want in hoeverre zou een student, die twee soms conflicterende rollen zou vervullen en slechts enkele jaren ervaring heeft, goed kunnen functioneren binnen een universiteitsbestuur? In dat geval zouden eigenlijk alleen langstudeerders in aanmerking komen voor een plekje daar. Maar het is maar de vraag of we daar op zitten te wachten. De machtsgeile Maagdenhuisstudent kan dus beter gewoon eerst zijn studie afmaken, en dan proberen zichzelf waardig voor de plek te bewijzen.