De windenergiesector is onlangs een lobbyoffensief gestart om de regering onder druk te zetten om met meer geld over de brug te komen.
Aan een persbericht van Zeekracht, in samenwerking met Natuur & Milieu, Eneco, Meewind en Stichting DOEN, ontleen ik het volgende:
Top bedrijfsleven windenergie op zee: Nederland slechtste vestigingsklimaat ondanks optimale kansen Utrecht, 12 juni 2011 - De energie- en offshorebedrijven geven het Nederlandse vestigingsklimaat voor offshore wind het laagste cijfer van alle landen in Noordwest-Europa, ondanks dat ons land een uitstekende uitgangspositie kent. Ook vindt een ruime meerderheid van hen dat een sterke thuismartk onontbeerlijk is voor de kennisontwikkeling en innovatie in deze sector.
De Nederlandse overheid zou moeten zorgen voor een stabiele lange termijnvisie en zelf actief moeten participeren om het potentieel van wind op zee als duurzame energiebron te benutten. Dit blijkt uit een onderzoek van PwC in opdracht van coöperatie Zeekracht.
Groot-Britannië en Duitsland komen als beste uit de bus wat betreft het vestigingsklimaat. Groot-Britannië scoort vooral goed vanwege de sterke visie en actieve betrokkenheid van de overheid bij de sector en de eenvoudige vergunningverlening voor windparken. Het stimuleren van de nationale offshore windsector is noodzakelijk voor innovatie, het opbouwen van kennis en economische activiteit.
Dolf Elsevier van Griethuysen van Ballast Nedam: 'Het werkgelegenheidseffect van Offshore Wind voor de hele Nederlandse industrie wordt zwaar onderschat. Denemarken, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, en nu ook Frankrijk halen ons links en rechts in en we hebben weer het nakijken als we achterover blijven leunen.'
De overheid heeft een belangrijke rol te spelen door het vastleggen van een heldere lange termijnvisie en beleid voor offshore wind. Deze ontbreken nu. Ook kan de overheid de kosten van kapitaal voor windparken fors verlagen door publiek-private participatieconstructies op te zetten.
Pieter Tavenier, directeur Offshore Wind van Eneco: 'Bedrijven staan te popelen om verder aan de slag te gaan met wind op zee in Nederland. We beschikken over topcondities met onze havens, de geschikte zeebodem van de windvaste Noordzee en een sector die potentieel tot de wereldtop behoort met onze kennis en expertise van waterbouw. Als we dit slim uitbouwen heeft Nederland er een duurzame economische groeisector bij met enorme perspectieven.
Wat in deze propaganda ontbreekt is natuurlijk de stem van degenen die de rekening van al dat moois zullen moeten betalen. En het gaat hier om vele miljarden per jaar. Dat zijn de energieconsumenten, zowel het bedrijfsleven als particulieren. Daarnaast zal het tot een veelvoud van banenverlies leiden in de rest van de economie als gevolg van de ondermijning van de nationale concurrentiekracht door een aanzienlijke verhoging van het niveau van de energieprijzen.
In de Engelse media begint hun protest nu door te klinken. Lees bijvoorbeeld
hier en
hier. In Duitsland is dat helaas nog nauwelijks het geval.
Het is een klassieke casus uit de 'public choice'-theorie, waaraan de namen van de Amerikaanse economen James Buchanen (die daarvoor de Nobelprijs ontving) en Gordon Tullock zijn verbonden. De 'public choice'-theorie biedt een verklaring voor het feit dat politieke besluitvormingsprocessen vaak uitmonden in uitkomsten die op gespannen voet staan met het algemeen belang. Dat komt omdat belangengroeperingen er door lobbyen in slagen de politiek en bureaucratie voor hun initiatieven te winnen en daarvoor steun van de overheid te krijgen. De rekening zal uiteindelijk door alle belastingbetalers moeten worden betaald. Waarom verzetten die zich daar dan niet tegen?
Het belang dat ieder van hen heeft om te voorkomen dat zij een paar euro meer belasting moeten betalen om de belangengroepering in kwestie haar zin te geven is in elke individuele casus te klein om daartegen verzet de organiseren. De kosten zijn diffuus verdeeld over velen. De baten vallen slechts aan enkelen toe. De stemmen van een luidruchtige minderheid die veel heeft te winnen maken meer indruk dan die van een onverschillige minderheid die weinig heeft te verliezen.
We mogen overigens niet vergeten dat de overheden bij de opkomst van de klimaathysterie een belangrijke rol hebben gespeeld. Aanvankelijk op sleeptouw genomen door een relatief klein clubje klimaatalarmistische wetenschappers, waaronder Jim Hansen en Bert Bolin, hebben overheden later de voortrekkersrol overgenomen en de windenergiesector met gigantische subsidies en gunstige regelgeving gunstig voor de producenten, maar ongunstig voor de gebruikers verleid dan wel omgekocht om daarin te investeren.
Maar nu de verwachte verschrikkelijke opwarming van de aarde maar steeds niet wil komen en de wetenschappelijke basis daarvan aan alle kanten blijkt te rammelen, is het zo langzamerhand tijd dat het gezonde verstand weer terugkeert en er een herschikking van prioriteiten plaatsvindt.
Mede in het licht van de precaire toestand van de overheidsfinanciën is het thans extra noodzakelijk om het algemene belang te laten prevaleren boven dat van belangengroeperingen. Dat betekent dus dat er resoluut weerstand dient te worden geboden aan de sirenenzang van de windenergielobby.
PS1, De Vrijspreker en de Groene Rekenkamer onthullen hoe er onlangs fors gemanipuleerd is met de enquêteresultaten van een onderzoek in Utrecht naar de opvattingen van het publiek inzake windenergie. Lees verder
hier.
PS2, De subsidies voor windenergie zijn overigens al gigantisch. Rupsje Nooitgenoeg? Zie Rypke Zeilmaker op Climategate.nl: