Als het aan regeringspartij D66 ligt, moet het demissionaire kabinet een eventuele Elfstedentocht gewoon door laten gaan. Volgens één van de grootste voorstanders van de avondklok, Rob Jetten, die het zelf ook totaal niet opheeft met de natiestaat of patriottisme, is schaatsen op natuurijs "toch wel een beetje de nationale trots", zegt hij. Hypocrieter dan dit wordt het niet!
De verkiezingen komen eraan en D66 is overduidelijk álle zeilen aan het bijzetten om nog iets van zetels te scoren. Dat tegelijkertijd alle principes overboord gegooid moeten worden, wordt op de koop toe genomen. In het Algemeen Dagblad zegt Jetten dat een Elfstedentocht "moet kunnen," want "nationale trots en zo." Zelfs over de vorm heeft Jetten al nagedacht: "zonder al te veel publiek."
Hoe kun je zomaar roepen dat je voorstander bent van het organiseren van een Elfstedentocht ‒ waarvan je weet dat het een grote mensenmassa zal aantrekken ‒ terwijl je als regeringspartij voorstander bent gebleken van zo'n beetje iedere zware coronamaatregel die er is, van avondklok tot lockdown?
Zelfs de organisatie van de Elfstedentocht liet al weten dat er wat hun betreft dit jaar geen Elfstedentocht zal komen: "In de huidige pandemie zit dat er niet in", aldus een woordvoerder. Dan gaat het dus nog niet eens over de kwestie of het ijs dik genoeg is of niet, maar puur om de coronamaatregelen die onverenigbaar zijn met een evenement van die aard.
Dat is op zichzelf dus al raar voor D66 om hier dan maar even een uitzondering voor te maken. Maar om vervolgens ook nog het argument aan te halen dat het hier om een kwestie van "nationale trots" gaat, is voor niemand meer te volgen. D66 is namelijk de partij bij uitstek die al jaren meent dat nationale trots leidt tot nationalisme, polarisatie en "verdeeldheid."
Dit is dus puur plat populisme van het laagste niveau, bedoeld om nog even een zeteltje te kunnen scoren met de verkiezingen. En dat over de rug van al die Nederlanders die gewoon snakken naar een rondje over het ijs te maken. Bah, Jetten!