Alsof er niets aan de hand was, zo stonden de lijsttrekkers van CDA, PvdA, D66, ChristenUnie en GroenLinks deze week voor de studenten van het Utrechtse Corps. Gestoken in hun beste pak, biertje bij de hand, deden ze de ene na de andere belofte, waarbij vooral Sybrand Buma zich onderscheidde door ineens te melden dat er wat hem betreft een einde aan de langstudeerboete komt. Het is een plan uit de koker van het CDA zelf, daags daarvoor nog verdedigd door de nummer drie van de lijst, Sander de Rouwe.
Als gevolg van deze onverhoedse standpuntwijziging van het CDA is er nu een Kamermeerderheid voor afschaffing van de boete van 3000 euro voor studenten die in hun studie meer dan een jaar uitlopen. Het plan was bedacht om een bezuiniging van 190 miljoen euro in te kunnen boeken. Over de financiële consequenties van deze move hebben de Kamerleden het liever niet. De sportzomer is voorbij, de verkiezingscampagne voor 12 september komt langzaam op gang en dus is het tijd voor business as usual: het uitdelen van douceurtjes om de (studerende) kiezer te paaien.
Het is volstrekt onverantwoord gedrag, volksverlakkerij.
Die boete was zon slecht plan nog niet, maar een goede stimulans om studenten duidelijk te maken dat een studietijd een periode van hard werken is en niet van voorzichtig eens wat experimenteren met de vraag wat zij zo ongeveer met hun leven zouden willen. Om zowel de kosten omlaag te brengen en de waarde van een universitaire bul op peil te houden, zou het nog beter zijn om aan de poort veel strenger op kwaliteit te selecteren en studenten geld te laten lenen. Zij investeren immers in hun eigen toekomst, en verdienen dankzij hun studie later genoeg om het geld dat de samenleving in hen steekt netjes terug te betalen.
Maar over dit soort échte maatregelen hoor je onze politici niet. Zoals ze überhaupt geen idee schijnen te hebben van de financieel-economische situatie waarin wij verkeren met een stijgende werkloosheid en de noodzaak straks, na 12 september, een regeerakkoord te smeden waarin zon 25 miljard moet worden bezuinigd.
Man cannot bear much reality, schreef T. S. Eliot, en hij krijgt steeds weer gelijk.
Maar deze week zijn ook de openingszetten op het echte schaakbord gezet. 12 september gaat over geld en dus over Europa. Wilders houdt zich nog even stil om in de laatste twee weken van de campagne zijn punten tegen de Europese Unie met het nodige verbale geweld voor het voetlicht te brengen. Henk Kamp (VVD) heeft wel zin in zon debat. Hij klaagde deze week niet allen over het feit dat hij zich als minister moet buigen over de futiele vraag of kappers antislipzolen moeten hebben, maar ook over de Brusselse bemoeizucht die zich zelfs tot ons goede pensioenstelsel uitstrekt.
Goed punt van Kamp. Een minder goed punt scoorde Emile Roemer, met zijn uitspraak dat hij als premier nooit een Europese boete van 1 miljard euro zal betalen wanneer we ons begrotingstekort niet tijdig onder de 3 procent bbp weten te brengen. Maar hij was in ieder geval duidelijk, en hij had het over een zaak waar het nu echt om gaat. Investeren moeten we, volgens Roemer, een woord dat in zijn politieke richting natuurlijk niet zo veel meer betekent dan het op kosten van de belastingbetaler op gang brengen van een Oost-Europese banenmachine.
Dankzij Kamp en Roemer tekenen de lijnen zich af van het debat dat op weg naar 12 september moet worden gevoerd. Willen we afhankelijkheid en potverteren, of saneringen en hard werken? Dat is de keuze die voorligt.