1. Home
  2. Opbreken van de EU en afschaffing van de eenheidsmunt

Opbreken van de EU en afschaffing van de eenheidsmunt

Geen categorie20 aug 2012, 17:44
Het huidige streven om tot een Verenigde Staten van Europa te komen dateert al vanaf de jaren dertig van de vorige eeuw. Voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog werden door fascisten en nazi’s al plannen gesmeed om te komen tot een verenigd Europa.
Na de oorlog was het streven gericht op het voorkomen van een nieuwe oorlog. Met dat doel maakte Jean Monnet een begin met economische samenwerking en richtte hij de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) op. Vervolgens kwam een gemeenschappelijke markt tot stand. Op termijn zouden de natiestaten, die door Monnet als vijanden werden gezien, gedwongen kunnen worden om een politieke unie te vormen en zouden ze afsterven, zoals ook Marx verdwijning van staten voor ogen had.
Inmiddels bestaat de Europese Unie uit 27 samenwerkende lidstaten, die geleidelijk vele bevoegdheden aan haar hebben afgestaan. De EU is een supranationaal, megalomaan instituut met Raad, Commissie (hoogste wetgevende en uitvoerende orgaan waarvan de bijeenkomsten besloten zijn), Hof, en Parlement als de belangrijkste organen. Met name de eerste drie hebben een laag democratisch gehalte.
Het apparaat wordt ondersteund door tienduizenden ambtenaren, die een buitensporig hoog salaris en vele bijkomende emolumenten incasseren en die door velen worden gezien als zakkenvullers op kosten van de belastingbetalers. De EU verzekert zich zo van volledige volgzaamheid van haar personeel: wiens brood men eet, diens woord men spreekt. Een degelijke boekhouding voor het EU-budget ontbreekt, fraude en vergissingen zijn aan de orde van de dag en controle op de uitgaven is onvoldoende. Manipulatie, corruptie en verspilling vieren hoogtij en vooral de belangen van politici, bureaucraten, banken, multinationals en internationale organisaties worden gediend, niet die van de Europese burger-belastingbetaler.
Alle stappen van Europese integratie zijn genomen achter de rug van de kiezers om. Het principe van de vier instellingen is de uitschakeling van de burger uit de politieke processen van de EU. Bij uitzondering mag die stemmen, maar is de uitslag ongewenst dan wordt de stemming genegeerd zoals in Frankrijk en Nederland of moet er opnieuw gestemd worden zoals in Ierland. De Europese elite doet er alles aan om de democratie terug te dringen en de eigen macht te versterken; haar regelzucht kent geen grenzen. Europa krijgt steeds meer de totalitaire trekken van de oude Sovjet-Unie.
De EU trok met het Verdrag van Amsterdam in 1999 de bevoegdheid naar zich toe om de migratie te organiseren. De overgrote meerderheid van de politici binnen de EU is uit eigenbelang voor immigratie, omdat die stemmen en banen oplevert. We zouden de migranten nodig hebben en zij zouden onze samenleving verrijken. De immigratie en uitbreiding van de EU worden aangemoedigd door de multinationals, die gebaat zijn met een grotere arbeids- en afzetmarkt.
De macro-economische en sociale gevolgen van de migratie worden genegeerd. Vooral niet-westerse immigranten veroorzaken problemen, mede door het intolerante karakter van de islam. Media, onderwijs en politieke elite indoctrineren zo, dat weinigen het in hun hoofd halen kritiek te leveren op de immigratie of de islam. Vrijheid van meningsuiting is niet langer gewaarborgd en zelfcensuur is schering en inslag. Critici komen in een maatschappelijk isolement en worden gestigmatiseerd als fascist of racist.
De Europese elite steunt de Organisatie van Islamitische Landen (OIC) met talloze eraan gelieerde internationale instellingen. Al sinds de jaren zeventig willigt de EU de eisen van de OIC in in ruil voor olie en steunt ze ruimhartig anti-Israëlische organisaties. Ze onderhandelt nog steeds met Turkije over toetreding onder verstrekking van subsidies aan dat land. De EU propageert de utopische multiculturele samenleving, maar ziet niet dat het een tijdbom voor de volgende generatie is. Aan de maatschappelijke ontwrichting, die massa-immigratie teweegbrengt, wordt voorbijgegaan.
Er is geen basis voor federalisme: de naties zijn het niet eens over het te voeren beleid. Zo is een gemeenschappelijke krijgsmacht niet in beeld en wordt er binnen de EU niet met één stem gesproken op het terrein van de internationale politiek. Dit is alleen mogelijk als er sprake is van gemeenschapszin en die ontbreekt ten enenmale. Toch pleiten de eurofederalisten steeds luider voor het vormen van de „Verenigde Staten van Europa". Zij vergroten beetje bij beetje de macht van de EU ten koste van de soevereiniteit en de identiteit van de lidstaten.
De EU is gestoeld op het principe van de verzorgingsstaat, haar macht behoudt ze door haar uitgaven; de middelen daartoe moeten komen uit belastingen en leningen, maar vroeg of laat zal de Brusselse toren van Babel instorten. Een alleen op economisch terrein samenwerkende gemeenschap van soevereine staten, een Europese Economische Gemeenschap (EEG), is te verkiezen boven de huidige EU.
De euro
De eenheidsmunt, de euro, werd in 1999 ingevoerd. Nooit ging het economisch beter met Europa dan in de jaren voor de invoering van de euro. De omrekeningskoers van gulden naar euro betekende in ons land meteen een geldontwaarding van ca. 10%, zoals later is toegegeven. Geen rekening werd gehouden met culturele en mentaliteitsverschillen tussen de landen van Europa. Door de rente nu ook voor de zuidelijke landen laag te houden werd daar veel geld uitgespaard, waarmee de politici „leuke dingen" gingen doen in plaats van de staatsschulden te verlagen.
De Europese Centrale Bank regelt de financiën. De ECB dient onafhankelijk te zijn, maar daar kunnen vraagtekens bij worden gezet, nu de schuldenlanden in het bestuur van de bank de meerderheid hebben. EU-besluiten worden met voeten getreden. Zo werd de no-bail-out-clausule van het Verdrag van Lissabon geschonden door Griekenland begrotingssteun te verstrekken en kocht de ECB in strijd met haar statuten riskante Griekse staatsleningen op, die ze op de markt alleen tegen grote verliezen van de hand kan doen. Bovendien gaf de bank onlangs nog een liquiditeitsinjectie van 1000 miljard euro om banken in het Zuiden te redden, daarmee de deur voor inflatie openzettend.
De beoogde redding van de euro via het noodfonds (ESFS) en het European Stability Mechanism (ESM), is een luchtspiegeling. Het ESM is onlangs door de Tweede Kamer goedgekeurd ondanks het soevereiniteitsverlies, dat ermee gepaard gaat. De donateurs, dus de Nederlandse belastingbetalers, blijken bovendien géén bevoorrechte status te hebben, zodat het via het ESM aan de schuldenlanden betaalde geld nooit zal terugkomen. De kamerleden zullen de kleine lettertjes niet hebben gelezen en waren zich van misleiding wellicht niet bewust, maar Van Rompuy noemde het niet voor niets een „intelligent" werkstuk. Het betekent dat de noordelijke landen onbegrensd zullen moeten storten in de bodemloze putten van de probleemlanden en daarbij zelf hun kredietwaardigheid zullen verliezen. Het zal gaan om astronomische bedragen en het opent de weg naar een schuldenunie en uiteindelijk naar een politieke unie. Hopelijk zal het Constitutionele Hof in Karlsruhe hiervoor nog een stokje steken op 12 september.
Voor de schuldenlanden worden de sociale en economische problemen onbeheersbaar doordat de EU en het IMF aan de hulp bezuinigingsvoorwaarden verbinden, waaraan ze niet kunnen voldoen. Ze verliezen daarbij hun onafhankelijkheid. Daarbij komt dat de culturele verschillen tussen Noord- en Zuid-Europa over het hoofd worden gezien en toezeggingen van Zuid-Europese kant niet worden nagekomen.
Als de reddingsfondsen, die moeten worden gevuld door de noordelijke landen, niet meer toereikend blijken, zal de ECB tot monetaire financiering overgaan, wat inflatie en verdere verarming tot gevolg heeft. Dit alles is strijdig met de hoofddoelstelling van de ECB: het waarborgen van de prijsstabiliteit en behoud van de koopkracht van de euro.
Achter de euro schuilt een politieke agenda van centralisering van macht en door de euro in stand te houden op kosten van de belastingbetaler gaat Europa te gronde. Natuurlijk kost het loslaten van de gemeenschappelijke munt veel geld, maar een voortgaan op de ingeslagen heilloze weg lost niets op en kost ons bovendien onze vrijheid en onze democratie.
Conclusie
De Europeanen zijn het meest gebaat bij het opbreken van de EU en het afscheid nemen van de euro als gemeenschappelijke munt.
Ga verder met lezen
Dit vind je misschien ook leuk
Laat mensen jouw mening weten