Nederlanders mogen creperen voordat ze aan een baan geholpen worden, maar gelukszoekers uit verre oorden krijgen luizenbaantjes in de schoot geworpen.
Na jaren van zeer pijnlijke jaren gaat het volgens vele statistieken stukken beter met Nederland: we exporteren meer, kunnen meer besteden en de economie groeit weer met een redelijke snelheid. Helaas merkt de gemiddelde Nederlander daar nog bar weinig van, wat slechts één van de symptonen is van het feit dat het rampenkabinet van Rutte en Asscher ook precies dat was: een ramp.
Toch hebben zeker niet alle Nederlanders het slecht. Sterker nog: één groep heeft het beter dan ooit tevoren. Ik heb het natuurlijk over de nieuwe Nederlanders: zogenaamde 'vluchtelingen' (lees: gelukszoekers) uit Somalië, Irak, Afghanistan en andere fijne landen. Hoewel Nederland nou niet bepaald het dichtstbijzijnde veilige land is komen ze toch en masse hierheen.
En geef ze eens ongelijk.
Nieuwkomers worden namelijk bedolven met 'Welkom in Nederland'-presentjes. Kansenparels die hier mogen blijven, krijgen niet alleen een woning en zakgeld om een mooie inboedel te kopen, maar nu zelfs een kers op de taart in Den Haag. Die gemeente is namelijk begonnen
met het gratis uitdelen van gesubsidieerde baantjes, aan migranten dan natuurlijk. En dat terwijl maar liefst
10 procent van de Hagenaren geen werk heeft, waarmee het in de top-3 van gemeenten met de hoogste werkloosheid zit.
Maar daar wat aan gaan doen is natuurlijk niet besteed aan het Haagse gemeentebestuur. Nee, in plaats daarvan besteden ze het geld van de belastingbetaler - de werkende Nederlander dus - liever aan het zogenaamd 'creëren van werkervaring' bij mensen die per definitie al geen of nauwelijks kans zouden hebben op een baan. Het is namelijk niet voor niets dat een enorm deel van deze mensen in de bijstand terecht komt: werk voor lageropgeleiden is er genoeg, maar dan moet je wel de taal spreken en iets van onze normen en waarden snappen, en juist dáár gaat het keihard fout. Maar geen haar op het hoofd van de gemeentelieden die eraan denkt op dat vlak eens te investeren. Nee, in plaats daarvan dumpen we liever belastinggeld in een bodemloze put.