De spreuk hierboven is het motto van de Britse 'Royal Society' (RS), de oudste akademie van wetenschappen in de wereld. Dit motto betekent zo veel als dat leerlingen niet verplicht zijn om de woorden van hun meester zonder meer voor waar aan te nemen. Of, om het met de woorden van Robbert Dijkgraaf, president van de KNAW, te zeggen: de professorale toga verleent niet automatisch autoriteit.
De Britse GWPF (Global Warming Policy Foundation) heeft onlangs een rapport gepubliceerd, geschreven door Andrew Montford, waarin de rol van de RS in de klimaatdiscussie wordt geanalyseerd. In schril contrast met haar motto blijkt daaruit dat deze akademie zich door de jaren heen hoe langer hoe meer heeft geprofileerd als een vurig apostel van het AGW-evangelie (AGW = Anthropogenic Global Warming), waarbij afwijkende opvattingen actief werden onderdrukt. De GWPF wil dat daar verandering in komt.
The Global Warming Policy Foundation (GWPF) is calling on the Royal Society to restore a culture of open-mindedness and balanced assessment of climate science and climate policy. In a new GWPF report, written by science author Andrew Montford, the Royal Society is urged to ensure that genuine controversies are reflected in its public debates and reports and that the full range of reputable scientific views are being considered.
As the Societys independence has disappeared, so has its former adherence to hard-nosed empirical science and a sober detachment from the political process. Gone are the doubts and uncertainties that afflict any real scientist, to be replaced with the dull certainties of the politician and the public relations man, said Andrew Montford, author of the new report.
In his report, Andrew Montford describes the development of the Royal Societys role in the climate debates since the 1980s. He shows the Societys gradual closing of critical scrutiny and scientific impartiality and the emergence of an almost dogmatic confidence that climate science is all but settled. In recent years, the Society has issued a series of highly political statements demanding drastic action on energy and climate policies from policy makers and governments. On the issue of climate change, it has adopted an increasingly political rather than scientific tone. Instead of being an open forum for informed scientific debate, the Society is at risk of turning into a quasi-political campaign group.
The GWPF report criticises the Society for being too narrow minded in its assessment of climate change and for failing to take into account views of eminent scientists and policy experts that do not accord with its own position.
In his foreword to the report, Professor Richard Lindzen (MIT), one of the world's most eminent atmospheric scientists, warns that "the legitimate role of science as a powerful mode of inquiry has been replaced by the pretence of science to a position of political authority."
Het voorwoord van het rapport is geschreven door de vermaarde klimatoloog Richard Lindzen. Ik pik er een aantal passages uit.
Andrew Montford provides a straightforward and unembellished chronology of the perversion not only of The Royal Society but of science itself, wherein the legitimate role of science as a powerful mode of inquiry is replaced by the pretence of science to a position of political authority. ...
[ ] there are certain peculiarities of The Royal Societys behavior that are perhaps worth noting. The presidents involved with this issue (May, Rees and Nurse) are all profoundly ignorant of climate science. Their alleged authority stems from their positions in the RS rather than from scientific expertise. This is evident in a variety of ways. For example, in an exchange in the Financial Times (April 9, 2010), Martin Rees and Ralph Cicerone (President of the NAS) defended global warming concern by noting essentially that carbon dioxide (CO2) was increasing and that climate was changing. Of course, climate is always changing, and increasing CO2 must make some contribution, but none of this suggests anything alarming. The alarm results from controversial feedbacks wherein the small impacts of CO2 are, in current computer models, greatly amplified. With respect to these feedbacks, Rees and Cicerone say: Uncertainties in the future rate of this rise (referring to global mean temperature anomaly), stemming largely from feedback effects on water vapor and clouds are topics of current research. That is to say, we dont even know if there is a problem. Yet, Rees and Cicerone conclude: Our academies will provide the scientific backdrop for the political and business leaders who must create effective policies to steer the world toward a low-carbon economy.
In other words, regardless of the science, the answer is predetermined. Is this simply ignorance or dishonesty? My guess is that Rees and Cicerone were only mindlessly repeating a script prepared by the environmental movement.
Wat voor de RS geldt geldt
mutatis mutandis ook voor de KNAW. Zoals ik al
eerder schreef, hebben 23 Nederlandse klimaatsceptici vier maanden geleden een soortgelijk initiatief genomen ten opzichte van onze eigen akademie. Onlangs zond ik een herinnering aan de KNAW, waarin om een spoedige reactie werd verzocht op ons verzoek tot intrekking van de KNAW-Klimaatbrochure. Dit was de inhoud van die brief:
Geachte Heer Dijkgraaf,
(Beste Robbert)
Ik veroorloof mij het schrijven van 23 wetenschappers en andere deskundigen in herinnering te brengen, waarin zij aandrongen op intrekking van de KNAW-klimaatbrochure, om redenen die zij uitvoerig hebben uiteengezet en waaraan op dit moment niets is toe te voegen.
Zie mijn e-mail met bijlagen van 16 oktober 2011.
Er zijn weliswaar contacten geweest tussen verschillende vertegenwoordigers van de KNAW en die van de kring van klimaatsceptici contacten die door ons op hoge prijs werden gesteld , maar die waren toch veeleer van informele en collegiale aard. De enige formele reactie die wij tot dusver hebben mogen ontvangen, was een brief van 15 november, ondertekend door Erik van de Linde, waarin 'slechts' de bereidheid tot nadere discussie werd uitgesproken, maar niet werd ingegaan op onze inhoudelijke bezwaren tegen de klimaatbrochure. Met andere woorden, tot op heden hebben wij geen bevredigende formele reactie mogen ontvangen op ons verzoek noch in positieve zin, noch in negatieve zin.
Uit de vorenbedoelde contacten, in het bijzonder die tussen Rudy Rabbinge en Arthur Rörsch, bleek de eerstgenoemde zich op het standpunt te stellen dat de klimaatsceptici de brochure verkeerd hadden begrepen. Deze was volgens hem niet bedoeld als de weergave van de laatste stand van de klimaatwetenschap, maar veeleer als uitnodiging tot verdere discussie. Helaas staat ondubbelzinnig in het voorwoord dat de brochure de 'harde feiten over het klimaat betreft', 'zaken waarover de wetenschap het eens is'. Zoals uit onze brief blijkt, en zoals door het standpunt van dhr Rabbinge wordt bevestigd, achten wij deze stellingname niet houdbaar.
Mede in het licht van de verschillende wetenschappelijke 'affaires' die zich onlangs in Nederland hebben voorgedaan, lijkt het ons van het grootste belang om ook op klimaatgebied schoon schip te maken. Immers, het gaat om niets minder dan de integriteit van de wetenschap. Vandaar dat wij hierbij met klem ons verzoek herhalen.
Wij hopen op een spoedige inwilliging van ons verzoek. Zo niet, dan hopen we op zijn minst op een overtuigende weerlegging van onze bezwaren tegen de klimaatbrochure.
Mogen we ervan uitgaan binnen vier weken alsnog een reactie van u tegemoet te kunnen zien?
Met vriendelijke groet,
Hans H.J. Labohm
---
Rond diezelfde tijd ontving Arthur Rörsch een brief van de KNAW, die een reactie was op een parallelle correspondentie die hij individueel met de KNAW voerde over dezelfde zaak. De inhoud van die brief was als volgt:
.... Uw e-mail met bijlage van 22 januari over de KNAW brochure en postmoderne wetenschapsbeoefening is in de bestuursvergadering van de KNAW van 6 februari 2012 aan de orde geweest. Tot nu toe is de KNAW niet ingegaan op de door U gevraagde retractie van de klimaatbrochure. Naar aanleiding van Uw e-mail willen we graag nog duidelijker maken, door U bij deze mede te delen dat de KNAW de klimaatbrochure niet zal terugtrekken. De KNAW is zoals we eerder benadrukten, voorstander van de dialoog over klimaatonderzoek, c.q. postmoderne wetenschap. Uw paper zal daar zonder enige twijfel aan bij kunnen dragen.
(Het betrokken paper zal binnenkort op de websites van Climategate.nl en DDS worden gepubliceerd.)
Deze reactie was zowel teleurstellend als hoopgevend. Teleurstellend, omdat daarbij geen redenen werden aangegeven waarom onze bezwaren tegen de Klimaatbrochure niet door de KNAW werden aanvaard.
Maar paradoxalerwijs is het feit dat de motivatie ontbrak tevens hoopgevend. Immers, als onze bezwaren niet gegrond waren, zou het een fluitje van een cent zijn geweest om deze te weerleggen. Ons oorspronkelijke verzoek werd op 16 oktober 2011 ingediend. Maar na vier maanden is het de KNAW toch kennelijk niet gelukt om een inhoudelijk weerwoord te formuleren.
Ook de door de KNAW uitgesproken wens tot verdere discussie is een positief signaal.
Niettemin blijven we van mening dat de KNAW-klimaatbrochure dient te worden ingetrokken, omdat deze deels misleidende informatie bevat.
Zo eenvoudig is dat!