Afgelopen week voerde Noord-Korea een "betekenisvolle test" uit, zo lieten de staatsmedia in het land weten en ook deze week is het weer raak. Dit keer geen "betekenisvolle", maar een "cruciale" test. Niemand weet precies wat ze in Pyong Yang aan het doen zijn, maar de Noord-Koreaanse dictator Kim Jong-Un schijnt in zijn nopjes te zijn, via MSN. Het lijkt in deze vooral om stoere praat van Noord-Korea te gaan en niet om een wezenlijke test van geopolitieke betekenis. Het vorige persbericht over de '"betekenisvol" test was minder betekenisvol dan een half glas verzuurde melk en ook deze keer zijn de Koreanen bijzonder vaag over hun raketambities.
Wat er precies zo cruciaal aan was weten we dus ook niet.
Volgens sommige media ging de test om een raketmotor bedoeld om een ICBM te ontwikkelen, een zogenaamde 'intercontinentale ballistische raket' waarmee Noord-Korea in theorie de Verenigde Staten zou kunnen aanvallen. Maar om de VS daadwerkelijk met een ICBM te kunnen raken moet Noord-Korea wel méér dan één raket afvuren. En precies daar zit hem de crux.
Voor een aanval met enige kans van slagen moet het land ten minste zo'n 150 ICBM's tegelijk afvuren om een 1% kans te hebben dat één van de raketten de VS ook treft. Dat komt omdat ICBM's tegenwoordig eenvoudig zijn te detecteren met satellieten en vervolgens kunnen worden uitgeschakeld met andere -op de grond gestationeerde- onderscheppingsraketten.
In Israël laat men bijvoorbeeld zien
hoe de 'Iron Dome' werkt en ook de VS hebben dergelijke wapensystemen om inkomende raketten vroegtijdig uit te schakelen. Dat werkt in principe vrij goed, behalve dan als er duizenden van die ondingen tegelijk worden afgevuurd.
Dus mooi, zo'n "cruciale" test voor de ontwikkeling van een ICBM, maar in de VS zullen ze er waarschijnlijk hartelijk om lachen. Noord-Korea is bij lange na niet in staat om er 150, laat staan 1.000, te ontwikkelen.