Het is nog maar twee maanden geleden dat de twee grootste partijen in Israël een eenheidsregering vormden. Die coalitie spatte deze week uit elkaar.
De voornaamste splijtzwam was een meningsverschil over de militaire dienstplicht. De liberale Kadima-partij wil dat ook orthodoxe Joden worden verplicht in het leger te dienen. De conservatieve Likud-partij van premier Benjamin Netanyahu vindt het ook oneerlijk dat zo'n 10 procent van de Israëlische bevolking de dienstplicht ontloopt, maar zit met de kwestie in haar maag. Likud steunt namelijk op confessionele splinterpartijen die de uitzonderingspositie voor orthodoxe Joden willen behouden.
Netanyahu stond voor een dilemma: een akkoord sluiten met Kadima, wat vooral Israëliërs links van het midden op prijs hadden gesteld, maar hem waarschijnlijk de steun had gekost van de kleine partijen, of de wensen van de liberale partij naast zich neerleggen met als risico dat ze uit zijn coalitie zou stappen. Hij koos voor het laatste, want de Israëlische premier is een gewiekst politicus.
Netanyahu weet dat op links weinig is te winnen. Kadima kwam ooit voort uit de Likud-partij: sociaal-progressieve parlementsleden waren niet te spreken over de meer conservatieve koers van Netanyahu, vooral met betrekking tot het vredesproces. Maar een deel van zowel het kader als het electoraat van Kadima sympathiseert nog met de oude vrienden van Likud. Verwacht wordt dan ook dat enkele politici van Kadima de komende dagen over zullen lopen naar rechts, waardoor Netanyahu nog altijd op een gezonde meerderheid zal steunen in de Knesset.
Wat van Kadima overblijft, is een linksere partij, meer D66 dan VVD, die bij de parlementsverkiezingen van volgend jaar op rechts geen rol meer zal spelen. (Vergeet niet: bij de laatste verkiezingen werd Kadima nog bijna de grootste!)
De enige manier waarop Likud verder kan groeien, is stemmen van joods-nationalistische en confessionele partijen af te snoepen. Het enige nadeel van de breuk met Kadima is dat Netanyahu wederom afhankelijk is van deze kleinere partijen (zeg, de SGP's van Israël), maar wanneer hij zich aan de wensen van Kadima had gebonden, wist hij zeker dat orthodoxe kiezers volgend jaar Likud links zouden laten liggen.
De premier kampt nog altijd met de controverse over de dienstplicht, maar hij kan de kwestie beslechten door zich of te beroepen op een uitspraak van het hooggerechtshof die vraagtekens plaatste bij de uitzonderingspositie voor orthodoxe Joden, of door te wijzen op de tegenstand van de andere partijen in zijn coalitie, zonder daarmee zijn eigen positie al te zeer te ondermijnen. Besluit hij toch de uitzonderingspositie voor orthodoxen te schrappen, dan zet hij overigens Kadima volledig voor gek en zal de partij waarschijnlijk geen enkele rol van betekenis meer spelen bij de volgende verkiezingen.
Al met al staat Netanyahu er weer sterker voor. De premier blijft verreweg de grootste strateeg die de Israëlische politiek rijk is.