Nederland voerde in 2010 gesprekken met de Taliban terwijl het altijd heeft gezegd niet aan tafel te gaan met terroristen. Niet verrassend, toch? De achterliggende reden waarom dit naar buiten komt laat echter iets veel ergers zien. Namelijk hoe onze overheid omgaat met spionnen die waardevol zijn gebleken. Diep en diep triest. Dat meldt De Telegraaf. 'We don't negotiate with terrorists' Het standpunt van de Nederlandse overheid is volgens mij een gevolg van de houding van Amerikaanse president George Bush, die zowel het belang van zijn beleid benadrukte als zijn
drive etaleerde in
hetzelfde fragment. De Nederlandse overheid kon daarmee zelf ook lekker stoer doen op het wereldtoneel en zich als betrouwbare bondgenoot opstellen richting de Verenigde Staten. Plak daar een
'We don't negotiate with terrorists' aan en je kunt ongestoord huishouden in
Afghanistan, want dat wilde GroenLinks toen zo graag.
Dat de optie voor onderhandelen bij voorbaat al van tafel werd geveegd is natuurlijk een politieke en diplomatieke
faux pas van jewelste. Gelukkig heerst die stoere praat bij
Defensie en de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) een stuk minder en snappen zij wel dat een communicatielijn wel eens van pas zou kunnen komen. Al zit er bij Defensie ook een flink verschil in politiek inzicht.
Held kan de tyfus krijgen
Dat blijkt uit gesprekken met een voormalige Afghaanse spion die tussen 2006 en 2014 actief was. De spion was een schadevergoeding en een Nederlands paspoort beloofd voor de hulp die hij heeft gegeven aan de Nederlandse strijdkrachten in Afghanistan, maar heeft hij nooit gekregen.
Erkent Defensie zijn bijdrages dan niet? Jawel, ze zijn hem zelfs openlijk dankbaar voor zijn inzet en een groep commando's droeg hem zelfs voor een Militaire Willems-Orde voor, maar bij Defensie spugen ze alsnog in zijn gezicht door de claim af te wijzen. Een geintje dat ze eerder hebben geflikt en ze 1,1 miljoen euro heeft gekost.
Om die reden dreigt de spion dan ook naar de rechter te stappen. Terecht.