We moeten onze vrijheden koesteren.
We moeten niet alleen op Bevrijdingsdag denken aan de vrijheden waar we in Nederland van genieten, maar ook op de 364 andere dagen van het jaar. Nederlandse militairen maken zich grote zorgen dat we dat niet genoeg doen.
Gisteren zei Commandant der Strijdkrachten, oftewel de hoogste Nederlandse militair, Tom Middendorp bij het bevrijdingsdefilé in Wageningen dat we elke dag "[kunnen] bijdragen aan de vrijheid. Door elkaar te respecteren, door je stem te laten horen." Uit De Telegraaf:
De hoogste militair bepleit continue investeringen in vrijheid: "Dat vraagt iets van ons allemaal. Ik hoop dat iedereen over een paar maanden nog eens terugblikt op Bevrijdingsdag en denkt: ging dat verhaal op 5 mei alleen over die oude veteraan of over de Nederlandse militairen, of is het ook een verhaal van mij persoonlijk?"
Middendorp is niet de enige die zich zorgen maakt. Marc de Natris van de marineofficierenkoepel KVMO schrijft zelfs in een opiniestuk dat "de vrijheid in Nederland in verval is". Dan denkt hij met name aan twee dingen: dat militairen in het openbaar geen uniform meer mogen dragen en dat steeds meer gezagsdragers - denk aan conducteurs, ambulancebroeders en andere hulpverleners - worden aangevallen tijdens hun werk.
Over het eerste zegt hij: "Het is toch ongelooflijk dat we dat als maatschappij accepteren." En over het laatste zegt hij dat we moeten nadenken of de verzetsstrijders van de Tweede Wereldoorlog dit wel hadden gewild. "Is dit de vrijheid die zij voor ogen hadden toen ze in verzet kwamen tegen de bezetter? We moeten de vrijheid koesteren en indien noodzakelijk als samenleving handhaven."
Zoals wel vaker hebben de militairen gelijk. Onze landgenoten zijn niet voor niets gestorven. Zij zijn voor ons gestorven zodat wij in vrijheid kunnen leven. Daar moeten we voor blijven vechten, iedere dag weer. Er zijn altijd duistere krachten actief die onze vrijheden proberen in te perken en af te nemen. Dat mogen we nooit vergeten.