"Dizak! Relnicht! Homo! Heks!"
Kinderen op de basisschool schelden op steeds jongere leeftijd, blijkt uit de PestThermometer van de Nationale Academie voor Media en Maatschappij. Dikzak, relnicht, homo, heks en kutkind zijn de scheldwoorden die basisschoolleerlingen het vaakst gebruiken.
In mijn tijd was het mijn inziens al erg, maar het is nu echt veel erger. Als ik kleine kinderen zie spelen met elkaar -- en zelfs als ze het tegen volwassenen hebben -- gedragen ze zich op buitengewoon asociale wijze. Nergens ter wereld zijn de kinderen in mijn ervaring zo asociaal en onbeschoft als in Nederland.
Uit het onderzoek blijkt dat de meeste scheldwoorden betrekking hebben op het uiterlijk van andere kinderen (en volwassenen). "Dikzak" of "skelet" zijn behoorlijk populair. Op plek twee staan "homo" en "gay." En op de derde plek? "Je stinkt!" of "je ruikt vies", wat dan gekoppeld wordt aan "ik wil niet naast je zitten."
Op plek vier? "Heks," "pestvogel" en "relnicht." Gevolgd door, op plek vijf, "kutkind," "kutbroer," en -- zorgwekkend -- "kutjuf" en "kutmeester." Jawel, dat soort termen gebruiken kleine kinderen nu dus voor hun docenten.
Natuurlijk word je er kotsmisselijk van als je dit leest (hé ouders, misschien moeten jullie eens op je kroost letten en ze, ik roep maar wat hoor, een
opvoeding geven?), maar het wordt nog erger. Hoewel alleen kinderen uit groep 6, 7 en 8 betrokken waren bij het onderzoek beginnen dit soort pesterijen al veel jonger.
Volgens Bamber Delvert, directeur van de academie, "hebben we geluiden gehoord dat er op deze manier al wordt gepest vanaf groep 3." Ja, vanaf groep 3. Dan heb je het dus over zes- en zevenjarigen.
Het is echt vreselijk. En dat ligt aan ouders. Ja, ouders. Wij zijn verantwoordelijk voor onze kinderen, niemand anders.