Van de ruim honderd tolken die hebben geholpen bij de Nederlandse missie in Uruzgan, bleken er vorig jaar al vier te zijn vermoord. Defensie zou ze asiel in ruil voor hun diensten hebben beloofd, maar ontkende dat later. Door druk vanuit de Tweede Kamer heeft het kabinet nu alsnog asiel verleend voor deze 'systematisch vervolgde groep', zoals ze nu worden bestempeld. Het had er vorig jaar
alle schijn van dat Defensie op allerlei manieren actief moeilijk aan het doen was, om onder hun afspraak met de Afghaanse tolken uit te komen. In specifieke gevallen, met de voorwaarde voor persoonlijke levensgevaarlijke dreiging, wilde Defensie wel een verzoek overwegen. Maar in de praktijk werden asielverzoeken van de tolken bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) stelselmatig afgewezen, omdat ze hun levensgevaarlijke dreiging niet konden aantonen. Ja, amehoela!
Er klopten tolken bij de Nederlandse ambassade aan met het verhaal dat één van de tolken op klaarlichte dag was vermoord. De
Taliban zou een dodenlijst hebben en het was een kwestie van tijd voor zij ook op die manier aan hun einde zouden komen. 'Heb je daar bewijs voor?' kregen ze terug. Er was één tolk die een vragenlijstje mocht invullen maar daar hoorde die ook niks meer van. Hij had vast een kruisje gezet bij de vraag of hij in levensgevaar verkeerde, terwijl er stond 'vul het vakje in dat van toepassing is'. Dan is het hele formulier ongeldig natuurlijk.
En die cynische opmerking komt dichter bij
de realiteit dan je denkt:
"De tolk die dit vertelt, meldde zich (...) bij de Nederlandse ambassade in Kabul om hulp te vragen. Hij zou niet zijn binnengelaten omdat de missie in Uruzgan voorbij is, maar kreeg wel een vragenlijst mee over zijn veiligheidssituatie."
Aan die bureaucratische onzin maakt het kabinet nu eindelijk een eind. De Afghaanse tolken krijgen nu een status die hun als rechthebbend op asiel aanmerkt. Duurde gelukkig maar een jaar en vier doden.