Het is bevrijdingsdag en dan is het een goede gewoonte om de bevrijders te bedanken. Timon Dias schreef op de Dagelijkse Standaard vandaag een mooie ode aan de Amerikanen en anderen herinnerden eraan dat Nederland vooral door Britten, Canadezen en Polen is bevrijd. Ik zou daarbij de Russen niet willen vergeten. Zonder de Sovjet-Unie, die na de aanval van Nazi-Duitsland in juni 1941 voor het eigen overleven vocht, zou Hitler nooit verslagen zijn. En nog belangrijker: in de bevrijding van Nederland hebben Nederlanders zelf geen hand gehad. Dat laat zien dat Nederland voor het behoud van zijn binnenlandse vrijheid afhankelijk is van internationale coalities. Op 10 mei 1940 kwam er met de Duitse inval in Nederland en de capitulatie vijf dagen later na het bombardement op Rotterdam een einde aan de zelfstandigheidspolitiek zoals die vanaf de negentiende eeuw was gevoerd. Je kunt zeggen dat die succesvol is geweest. Door een strikte neutraliteitskoers was Nederland buiten grote internationale conflicten gebleven en was er in Oost-Azië in de luwte van de Pax Britannica zelfs een groot koloniaal rijk opgebouwd. Dankzij een gelukkig Europees machtsevenwicht kon Nederland het zonder veel defensie-inspanningen doen en de verdediging van 'Ons Indië' was aan de Britten uitbesteed. Economisch profiteerde Nederland van de opkomst van het Roergebied na de Duitse eenwording (tussen 1864 en 1870) en het openhouden van de wereldzeëen waar het zich eeuwenlang voor sterk had gemaakt. Het denken over het internationaal recht en vrije handel is met het zeerecht begonnen. En anders dan België, dat in 1914 door Duitsland werd aangevallen, bleef Nederland buiten de Eerste Wereldoorlog. Een groot geluk, dat een naar binnen gerichte houding bevorderde. In de jaren dertig vertrouwde Nederland geheel op zijn neutraliteitskoers, en op de goede betrekkingen met Duitsland, waarmee tijdens WO I tot ergernis van de Britten volop zaken waren gedaan en waarvan de keizer - in geallieerde ogen een oorlogsmisdadiger - in 1918 politiek asiel was verleend. Wilhelm II stierf in Huize Doorn op 4 juni 1941, toen Duitsland heel continentaal Europa in zijn greep had.
Dat Nederland niet is opgegaan in een groot Duits Rijk dankt het mede aan de strategische blunders van Hitler, die van geen ophouden wist en op 21 juni 1941 de Sovjet-Unie aanviel waarmee hij in augustus 1939 nog een niet-aanvalsverdrag had gesloten. De inval vanuit Duitsland waarmee tot dan toe zeer vriendschappelijke betrekkingen waren onderhouden, kwam als een schok, net zoals de verwoesting van Rotterdam, maar de eerste twee bezettingsjaren verliepen eigenlijk heel soepel. De economie trok zelfs aan door grote opdrachten voor het Nederlandse bedrijfsleven vanuit Duitsland. En Nederland stond in die accomodatie niet alleen. In heel Europa werd gecollaboreerd; in Vichy-Frankrijk dacht maarschalk Pétain, een oorlogsheld uit WO I, zo nog te redden wat er te redden viel. In Nederland ontstond pas noemenswaardig verzet vanaf 1943, toen de toestand verslechterde en het wegvoeren van de Joden begon (al begrepen slechts weinigen wat hen te wachten stond). Dat verzet was van allerlei gezindten, met een voorname rol voor communisten. Die rol is na de oorlog door de CPN gemythologiseerd.
Dat is allemaal bekend, en ik zeg het alleen om duidelijk te maken dat Nederland in zijn eentje niet veel kan uitrichten en dat we dus ook niet veel van een zelfstandigheidspolitiek kunnen verwachten. Daarbij hoort een onverzettelijke mentaliteit, en die bestaat in Nederland - van oudsher een handelsnatie - niet echt. Wij zijn gewend om deals te sluiten, en waar verzet bestond, zat dat vooral in protestantse kring (waar men zich tijdens de Duitse bezetting ook druk maakte over de vraag of de slang nu wel of niet gesproken had) en bij communisten die ervaring hadden met illegaliteit en clandestiene activiteiten. Binnen de elite was op individueel niveau wel verzet, maar systematisch was het niet. De ARP-voorman Hendrik Colijn, de voormalige minister-president en 'sterke man' in de jaren dertig, meende zelfs dat Duitsland de oorlog in Europa gewonnen had en dat het in naam van de realiteit beter was dat te accepteren. Als overwegend burgerlijke natie is Nederland meegaand en drijft het op de internationale golven mee. Helden zijn wij niet.
Zo gezien is het niet vreemd dat Nederland na de oorlog zijn defensie aan de NAVO uitbesteedde en weer snel zaken ging doen met Duitsland, dat binnen de EGKS onder Europese (Franse) curatele werd geplaatst. Die internationalisering maakte een verbluffend snel herstel mogelijk, waarbij Nederland opnieuw profiteerde van een gunstig Europees machtsevenwicht (waarbij de 'groten' praktisch aan banden waren gelegd) en de opening van markten, nu in een door Amerika gedomineerde wereldorde. Nederland werd vrijer dan ooit, waarbij normale burgers zich ook naar andere landen konden verplaatsen alsof het de normaalste zaak van de wereld was. Stelt u zich even voor hoe benauwd het zou worden in Nederland, nu met zestien miljoen inwoners en bijna acht miljoen auto's, als de grenzen weer zouden sluiten en je niet naar het buitenland kunt gaan wanneer je daar zin in hebt. Vrijheid is toch in de eerste plaats bewegingsvrijheid, vrijheid om te gaan en staan waar je wilt. Stelt u zich even voor hoe Europa eruit zou zien als er na de oorlog geen verzoening was gekomen tussen Frankrijk en Duitsland en Nederland nog steeds rekening moest houden met de mogelijkheid van een nieuw gewapend treffen tussen deze erfvijanden. Bedenk ook hoe Europa er nog tot 1989 uitzag, met een IJzeren Gordijn dwars door Duitsland op vierhonderd kilometer van onze oostgrens en een Berlijnse Muur waarachter heel Oost-Europa onder Sovjetbezetting leefde (een Sovjetbezetting en een Europese deling die onderdeel uitmaakte van een machtsevenwicht dat ons tijdens de Koude Oorlog eigenlijk best goed uitkwam, maar ook voor een permanente dreiging van een nucleaire holocaust zorgde).
Wie dat allemaal tot zich door laat dringen, kan geen vertrouwen hebben in een terugkeer naar een Nederlandse zelfstandigheidspolitiek die voor 1940 al op illusies was gebaseerd. Illusies over de eigen morele voortreffelijkheid, illusies over de internationale politiek waar wij boven meenden te staan, illusies over buurstaten waarmee wij speciale betrekkingen dachten te hebben, illusie over een elite die in crisissituaties over weinig ruggengraat bleek te beschikken, en illusies over het eigen volk dat altijd recht door zee dacht te zijn maar toch vooral van schikken en plooien was. Geen wonder dus dat de Europese Unie lange tijd als een tweede huid aanvoelde. En denk niet dat het beter wordt of minder gaat prikkelen als die tweede huid wegvalt en we het weer op eigen kracht moeten doen. Want die eigen kracht is er niet en dan vallen alle pacificatiearrangementen weg die Nederland sinds 1945 binnen een Europees machtsevenwicht bescherming hebben geboden. Nederland is alleen een succesformule als zelfbewust onderdeel van een open westerse wereldorde, en de EU - like it or not - is daarvan een onderdeel. Al het andere is nostalgie en zelfbedrog.