Het gevaarlijke experiment is mislukt.
Ik wil niet te meta klinken, maar het vreemde aan Nederland en aan zowat de hele Westerse wereld - met de belangrijke uitzondering van de Verenigde Staten - is dat patriottisme als verwerpelijk wordt gezien. Vaderlandsliefde wordt volstrekt weggelachen als een onderbuikfenomeen en restant van het nazisme. Wanneer iemand een zekere trots voelt voor de waarden en verdiensten van zijn geboorteland, die waarden het behouden waard vindt en daarvoor zelfs strijd wil aangaan, klinkt in de oren van opponenten altijd ritmisch gemarcheer en het Horst Wessellied.
Bijna zonder uitzondering afficheren deze opponenten zich als progressieve en liberale mensen. De mensen die gek worden als Wilders-aanhangers zich knullig met een Prinsenvlag laten zien, maar die je niet hoort als er met ISIS-vlaggen wordt gezwaaid, Joden worden belaagd en de Nederlandse staat zijn macht binnen de eigen landsgrenzen afstaat aan een doodscultus die liever vandaag dan morgen het kalifaat uitroept. Vaak wordt er gezegd dat dit lafheid verkleed als tolerantie is. Maar dat is het halve verhaal.
Deze progressieve en doorgaans uiterst fatsoenlijke mensen zijn gelovigen in een gevaarlijk experiment, waarvan ze niet durven toegeven dat het gruwelijk mislukt is. Ze blijven stug volhouden dat Nederland verboden moet zijn in Nederland, dat er geen gedeelde waarden en levensperspectieven zijn. Anders, zo schreeuwen zij, zijn racisme en discriminatie en natuurlijk Auschwitz nooit ver weg.
De Britse historicus David Starkey merkte ooit eens op dat we in de Westerse wereld een ongelooflijke gok hebben genomen. Een gok die met de beste bedoelingen als afrekening met racisme, discriminatie en ziekelijk nationalisme bedoeld was: een natie zonder gedeelde waarden.
A nation cannot exist without a common core of values. We are trying this extraordinary experiment of being a nation without nationalism, and it seems to me that its not working.
Mensen die wel geloven in gedeelde waarden, die wel geloven in de rechtsstaat, in de gelijkwaardigheid van alle mensen, in de vrije pers, in een zo vrij mogelijk leven überhaupt, vertegenwoordigen een patriottisch (Starkeys woordkeuze is wat ongelukkig) standpunt. Zij menen - mijns inziens terecht - de Nederlandse liberale waarden te vertegenwoordigen en te moeten verdedigen. Hier diametraal tegenover staat de paradoxale progressieve positie, die zich bedient van vrijheden die ze, dikwijls in naam van tolerantie, gerust willen opgeven. Want de 'common core of values' is voor hen verdacht. In die zin lijken ze op radicale moslims die de grenzen van onze liberale rechtsstaat opzoeken om haar omver te kunnen werpen.
Het residu dat we na deze antipatriottische proef hebben overgehouden, is extreem instabiel. En zelfs nu we de eerste explosies in een vermoedelijk nog lange kettingreactie hebben meegemaakt, blijven de progressieven de vaderlandslievende meerderheid de schuld geven. Zelfs nadat we in Den Haag wederom (!) Palestijnse toestanden hebben meegemaakt, moeten we volgens hen de schuld zoeken bij de demonstranten, zoals Pro Patria, die zich hard maken voor onze waarden. Want wie gelooft in een vrije samenleving, die lokt dat moslimgeweld uit.