"We zijn in oorlog met het terrorisme."
In Nederland doen we altijd heel erg moeilijk over oorlogstaal (we zijn in oorlog met de radicale islam, maar dat zul je nooit horen uit de mond van het kabinet). In Arabische landen doen ze niet zo moeilijk over het verklaren van de oorlog tegen terrorisme.
Zie bijvoorbeeld de reactie van Jordanië nadat een Jordaanse piloot levend werd verbrand door ISIS. En de reactie van de Tunesische president Beij Caid Essebi na de terreuraanslag waarbij 17 toeristen en twee Tunesiërs omkwamen. Via Times of Israel:
"I want the Tunisian people to understand that we are in a war against terrorism and that these savage minorities do not frighten us," said Essebsi, who visited some of the dozens being treated for wounds in a Tunis hospital.
"We will fight them without mercy to our last breath."
De terroristen liepen in militair uniform en schoten op alle toeristen die ze tegenkwamen bij het Bardomuseum, waaronder Italianen, Fransen, Australiërs, Spanjaarden en Japanners:
A Japanese survivor described how she and her mother were shot in the hail of bullets.
"I was crouching down with my arms over my head, but I was shot in the ear, hand and neck," 35-year-old Noriko Yuki said from her hospital bed in comments aired by Japanese broadcaster NHK.
"My mother beside me was shot in the neck. Mother couldn’t move by herself when the police came over," she added.
Essebi heeft goed begrepen waar hij tegen vecht: islamitische terreurmonsters die zoveel mogelijk mensen willen vermoorden bij terreuraanslagen. Natuurlijk is Tunesië in oorlog met de terroristen, net zoals een groot deel van de Arabische wereld en het Westen. Dat ontkennen is als ontkennen dat water nat is.