De moord op Anne Faber heeft een beleidswijziging teweeggebracht. Nu is het namelijk (eindelijk) zo dat plegers van ernstige zeden- of geweldsmisdrijven alleen mogen worden overgeplaatst naar forensische zorginstellingen als er een uitvoerige risicoanalyse aan vooraf is gegaan.
'Was dat eerder niet het geval dan?' Nee! Michael P., die Anne Faber heeft vermoord, kon namelijk weigeren dat gegevens over zijn zedenverleden niet met de kliniek in Den Dolder zouden worden gedeeld. Compleet absurd natuurlijk, want deze overdreven bescherming van de privacy heeft er aan bijgedragen dat P. wist te ontsnappen. Zijn zorgverleners waren daardoor namelijk niet volledig op de hoogte van zijn toestand.
Naast dat dit nu verplicht moet worden gedeeld, worden diverse hulpverleners nu ook getraind in het maken van risicoanalyses. Ook komt er extra personeel die meehelpt met 'delictsanalyses en risicotaxaties', zo weet minister Dekker (Rechtsbescherming) mee te delen aan de Tweede Kamer.
Minister Dekker benadrukt wel dat zowel forensische zorg als de bijbehorende vrijheden onmisbaar zijn wat hem betreft:
"De kans dat een gedetineerde met een stoornis na zijn straf weer de fout in gaat, is mét behandeling kleiner, dan zónder behandeling. Maar het kan op onderdelen beter."
Daar heeft hij gelijk in, maar na vrijlating neemt de kans op recidive wel ieder jaar toe. En dat geldt voor zowel zeden- als zware geweldsmisdrijven. Maar goed, niet op alle slakken zout leggen. Mooi dat informatie nu verplicht moet worden gedeeld. Dat verkleint de kans op weer zo'n loslopende tbs'er.