Met haar keuze voor het ontwerp van MVRDV kiest Rotterdam eindelijk tegen de blokkendozenarchitectuur, maar onomstreden is de beslissing niet.
Toen de gemeente Rotterdam eind oktober de ontwerpen bekend maakte van de vijf architectenbureaus die meedongen naar de opdracht voor het nieuwe collectiegebouw van Museum Boijmans van Beuningen, leek eindelijk de tijd rijp voor een stijlbreuk. Drie van de vijf ontwerpen waren de typische, zakelijke blokkendozen waar de Maasstad de afgelopen decennia mee is doodgegooid.
De stad staat inmiddels vol met glas en beton van de hand van
Rem Koolhaas,
Willem Quist en
Abe Bonnema, een drietal architecten dat om Prins Charles te parafraseren de stad meer schade heeft berokkend dan Herman G
örings Luftwaffe. De fantasieloze blokken van dit triumviraat zijn al gedateerd op de dag dat zij worden opgeleverd. Waar in Rotterdam vind je de speelse, organische vormen van
Santiago Calatrava of de geniale gekte van
Frank Gehry?
Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg is de nuchtere, typisch Rotterdamse instelling. Prima om goed geld te verdienen in de haven, maar interessante architectuur bouw je er niet mee. Eigenlijk is er sinds de beroemde
Kubushuizen van Piet Blom uit de jaren '70 niets meer neergezet dat op het netvlies blijft hangen in de modernste stad van Nederland (met misschien de
Erasmusbrug als uitzondering). Maar daar lijkt nu verandering in te komen.
Het met afstand meest interessante gebouw dat op dit moment verrijst in de Maasstad is de
Markthal (waar ik binnenkort meer aandacht aan zal besteden) van MVRDV architecten. En nu juist dit bureau is door Rotterdam uitgekozen om in 2017 naast het huidige gebouw van Museum Boijmans van Beuningen voor 50 miljoen Euro een depot neer te zetten. Het
ontwerp van MVRDV was niet mijn persoonlijke favoriet, het ontwerp
De Schatkamer van het Rotterdamse bureau NIO in combinatie met het Chinese MAD en Okra Landschapsarchitecten stak qua originaliteit en allure met kop en schouders uit boven de concurrentie.
Maar in ieder geval hebben de
powers that be aan de Coolsingel eens niet gekozen voor de fantasieloze ontwerpen van het Haagse bureau Neutelings Rijdijk, de Zwitsers van Harry Gugger Studio of (weer) een blokkendoos van Koen van Velsen (alle ontwerpen overzichtelijk bij elkaar
vindt u hier.) De bolle spiegel met daktuin van MVRDV is een goede tweede en vormt een speelse schakel tussen het museumpark en de witte betonkolossen van Erasmus Medisch Centrum.
Helemaal rond is de aanbesteding nog niet, er is zelfs een kleine rel over ontstaan. Direct nadat bekend werd gemaakt dat MVRDV als winnaar uit de bus was gekomen, werd deze beslissing razendsnel weer ingetrokken omdat het bureau een ongeoorloofde
kennisvoorsprong zou hebben gekregen door met Boijmansdirecteur Sjarel Ex te praten. De rechter oordeelde echter onvoldoende aannemelijk (is geworden) dat daardoor de mededinging
is vervalst of uitgeschakeld. De NIO/MAD/Okra-combinatie, vóór deze rechterlijke beslissing als nummer 2 aangewezen de plaats van MVRDV in te nemen, kan nog in beroep gaan. Heeft dit succes, krijgt Rotterdam er een werkelijk iconisch gebouw bij. Lukt dit niet, kunnen architectuurliefhebbers zich in ieder geval verheugen met een trendbreuk: weg van de fantasieloze betonblokken en op naar een meer speelse, tijdloze bouwkunst. Met een grote K, of B zo u wilt.