Vlak voor het zomerreces presenteerde de minister van Economische Zaken en Klimaat, Eric Wiebes (VVD), het Klimaatakkoord waarover hij zei dat het de bedoeling was 'de bevolking te verleiden om mee te doen'. Enkele maanden later blijkt de steun voor de maatregelen echter af te nemen. Zo is de weerstand tegen windenergie flink gegroeid. De minister reflecteerde in gesprek op NPO Radio 1 op de stand van zaken. Volgens
de Telegraaf zouden de Gedeputeerde Staten van diverse Provincies ondertussen terughoudend zijn met het plaatsen van nieuwe windparken op het land. Volgens het stuk zou de energieopwekking via windmolens zorgen voor 'hinder en ellende bij omwonenden'. Daarmee ligt ook direct een bom onder de voorgenomen energietransitie als het de minister niet lukt 'om de bevolking te verleiden'.
Wiebes zegt hierover dat de
inzet van de Rijksoverheid in het verleden "niet handig was" en dat het Rijk "te dwingend van bovenaf heeft gewerkt, met te weinig betrokkenheid van onderop". Het is goed dat de minister deze uitspraken deed omdat hij daarmee blijk geeft van zelfreflectie en zelfkritiek. Dat is altijd prettig, maar nu is het hopen dat hij "de juridische bulldozer", zoals hij het zelf zegt, ook daadwerkelijk even links laat staan.
Volgens Wiebes is het verstandig om nieuwe windmolens op zee te plaatsen, maar dat idee kan leiden tot opmerkingen vanuit de visserij. Vissers zouden de windmolens nabij Urk ook wel het "ijzeren gordijn" noemen en stelt Wiebes dat 'het een feit is dat de visvangsten worden beïnvloed door de windmolens'.
Van den Brink noemde tijdens het gesprek met Wiebes een mogelijke oplossing om de bevolking 'te verleiden', namelijk het idee om de omwonenden mede-eigenaar te maken van de windmolens die worden geplaatst. Door in coöperatief verband de windmolens te plaatsen worden de voor- en nadelen van de windmolens gespreid onder de bevolking. Die werkwijze zal de steun voor de plaatsing flink kunnen vergroten.