Op een politiek café van haar eigen partij doet de minister van defensie een boekje open over het wel en wee van de Nederlandse strijdkrachten.
Minister Jeanine Hennis-Plasschaert (VVD) heeft vanavond op een bijeenkomst van haar eigen partij in Amsterdam tegenover een zaaltje liberalen een boekje opengedaan over de bezuinigingen op het Nederlandse defensie-apparaat. De bewindsvrouw drukte haar partijleden op het hart om niet te negatief te zijn over het Nederlandse leger: "We moeten niet doen alsof de krijgsmacht op z'n gat ligt," vertrouwde Hennis aan de zaal toe.
De woorden van de voormalige europarlementariër volgen op berichten van twee weken geleden, toen dagblad Trouw Nederland voorrekende dat er netto nog altijd bezuinigd wordt op defensie.
Hennis zweer vandaag in Amsterdam dat men zich daar niet zo druk over moeten maken: voor zover het Nederlandse leger toch kleiner is geworden de afgelopen jaren, kunnen we dat allemaal uitstekend blijven bolwerken. De Nederlandse tanks die wegens bezuinigingen overtollig werden in de kazernes ons land, zijn namelijk verkocht aan EU-bondgenoot Finland. Hennis vermeldde over die verkoop "blij" te zijn. Het legermateriaal blijft immers in de Europese 'familie'.
Maar niet alleen Finland kreeg een compliment, ook onze directe zuiderburen werden geroemd: "Nederland loopt voorop in Europese samenwerking. Onze marine bijvoorbeeld werkt volledig samen met België." Hennis legt uit hoe dat zo komt: "Legereenheden raken steeds meer geïntegreerd in Europees verband. Wat iets anders is dan een Europees leger."
En met die laatste opmerking distantieert de bewindsvrouw zich van een interview dat haar Duitse ambtsgenote begin deze maand gaf aan Bild. "Wir brauchen eine Europa-Armee," meldden de twee ministers van defensies destijds, maar daar lijkt Jeanine Hennis nu weer een beetje afstand van te nemen.