Minister Hugo de Jonge snapt het dat de horecasector opstandig wordt. Het zijn zware en onzekere tijden, financieel is de sector hard getroffen. Toch is zijn geen begrip geen vrijbrief om nu massaal zelf de regels te gaan bepalen benadrukt De Jonge. Ook Bruls werd naar voren geschoven om te benadrukken dat dit niet de tijd is voor ongehoorzaamheid.
De Jonge begrijpt dat veel ondernemers gefrustreerd zijn, het aantal besmetting zou dalen als de horeca haar deuren dicht doet. De deuren zijn dichtgegaan, maar het aantal besmettingen is niet goed genoeg gedaald. Sterker nog, de afgelopen weken blijven we redelijk stabiel rond de 5000 besmettingen per dag zitten. Dit cijfer is volgens het RIVM nog steeds veel te hoog.
„Ik begrijp het signaal van de horeca”, zegt De Jonge. „Voor cafés en restaurants is het natuurlijk een hard gelag. Ze zien de cijfers maar niet dalen en de ondernemers vragen zich af: wanneer mogen wij weer?”
Burgemeester Hubert Bruls, tevens ook voorzitter van de Veiligheidsberaad, benadrukt dat men streng zal handhaven. De economische malaise is geen vrijbrief voor ongehoorzaamheid, zolang de regels blijven gelden moet ook de horeca zich hier aan houden.
„We begrijpen dat de nood hoog is bij veel horecabedrijven. De coronamaatregelen gelden echter voor ons allemaal. Voor individuele burgers en ondernemers, en dus ook horecaondernemers.”