Uit het onderzoeksrapport met betrekking het ontslag van professor maat als patholoog-anatoom bij de MH17 commissie blijkt dat minister Ard van der Steur (Justitie, VVD) er buitengewoon kwalijke strategieën op nahoudt. Beter gezegd, zijn Turkse evenknie -- die met de dag dictatorialer wordt -- zou jaloers zijn op het wangedrag waar Van der Steur mee wegkomt.
Zo blijkt uit de handgeschreven versie van professor Maat -- hij mocht het hele rapport inkijken terwijl een zwaar gecensureerde versie publiekelijk werd gemaakt -- dat de eerste zin blijkbaar met reden is zwartgemaakt. Daarin staat namelijk dat het ontslag van Maat op gezag kwam van... de minister zelf:
"Op donderdag 23 april werd op last van de minister van Veiligheid en Justitie de samenwerking met professor Maat beëindigd."
Dit betekent dat de minister zelf het bevel gaf om Maat te ontslaan... en dat hij dit vervolgens probeerde te verbergen toen het rapport publiek werd gemaakt. Geen wonder dus dat zes partijen in de
Tweede Kamer gisteren Kamervragen hebben ingediend over deze materie waarbij zij zich ook nog eens afvragen of Van der Steur die bevoegdheid wel had. (Hint, het antwoord begint met een 'n' en eindigt met een 'e').
Zoals D66-Kamerlid Sjoerdsma opmerkt:
"Het is geen schending van het privé leven als een officieel besluit van de minister openbaar gemaakt wordt, laat staan een staatsgeheim."
Daar komt bij dat 23 maart de dag was dat de Kamer over deze materie zou debatteren. De Kamerleden die de Kamervragen indienden vragen zich dan ook af of de minister staande het debat contracten verbreekt en dan zonder enige vorm van onderzoek of wederhoor? Alweer een hint: het antwoordt daarop luidt 'ja.'
En dat is niet alles. Ook zijn er in het rapport veel ontlastende conclusies voor professor Maat. En juist die conclusies zijn weggestreept door het ministerie voordat het rapport hoegenaamd gepubliceerd werd. SP-Kamerlid Van Nispen zegt dan ook terecht:
"Er moet uitleg komen waarom juist deze, voor Maat ontlastende conclusies, niet aan de Kamer zijn gemeld."
CDA'er Omtzigt voegt daar aan toe:
"Professor Maat is niet eens gehoord over zijn rol, voordat hij is weggestuurd. En pas nu komt, stapje bij stapje, formeel voor hem ontlastende informatie uit het officiële dossier naar boven."
En dat is niet alles. De minister veroordeelde professor Maat tot de politieke hel omdat hij een presentatie had gehouden over MH17 (voor een klas studenten en, wat Maat niet wist, een rellende journalist van RTL Nieuws). Dit terwijl er veel meer van dit soort presentaties gehouden waren. Die informatie werd echter niet doorgegeven aan de Kamer, ook niet toen er een WOB-verzoek ingewilligd werd.
Al met al stellen de Kamerleden de volgende vragen over punten die niet gemeld zijn bij het WOB-verzoek en aan de Kamer:
a. Dat er zeker 10 presentaties gegeven zijn (dit is later in Kamervragen gemeld)
b. dat er een presentatie op het intraweb van het MH17 stond die gebruikt kon worden voor externe presentaties?
c. Dat het ontbreekt aan duidelijk kaders, afspraken en criteria met betrekking tot het geven van lezingen
d. Dat de commandanten van SGBO MH17 schreven dat: “De genomen maatregelen naar aanleiding van de RTL4-publicatie hebben plaats gevonden zonder goed inzicht in de feiten."
Opvallend genoeg stelt de minister (Ard van der Steur dus) dat hij dit feitenrelaas niet had gelezen en dat hij volledig op een brief van korpschef Bouwman vertrouwde. In die brief is Bouwman veel kritischer ten opzichte van Maat en worden de bovengenoemde punten niet vermeld.
De Kamerleden vinden dat logischerwijze nogal vreemd, en wel om twee redenen:
1. De minister besluit Maat zélf te ontslaan, maar volgens ontbeerde het hem volgens eigen zeggen aan de informatie om dat daadwerkelijk te doen. Dit terwijl hij die informatie aan de Kamer had beloofd.
2. Van der Steur heeft de stukken aan de Kamer gestuurd, eerst gelakt en daarna vertrouwelijk. Als een minister stukken naar de Kamer stuurt, dan mag je er toch vanuit gaan dat hij ze zelf gelezen heeft. Het is immers een beetje lastig wegstrepen als je niet weet wat er staat.
Tenslotte zijn de Kamerleden ook nog eens furieus omdat Van der Steur -- die er blijkbaar totalitaire trekjes op nahoudt -- hen alleen vertrouwelijk inzage gaf in de documenten, wat betekent dat ze gestraft zouden worden als ze er publiekelijk over spraken. Dat is natuurlijk niet waar vertrouwelijke inzage voor bedoeld is; dat is bedoeld om het staatsbelang te beschermen, niet om feiten te verhullen die problematisch zijn voor een individuele minister (omdat hij nalatig gehandeld heeft).
Tenslotte zijn hier alle vragen van Kamerleden Omtzigt (CDA), Sjoerdsma (D66), De Roon (PVV), Van Nispen (SP), Grashoff (Groenlinks) en Bontes (Bontes/Van Klaveren) aan de minister van Veiligheid en Justitie over het politie-onderzoek naar professor Maat, dat de minister keer op keer op keer weigerde om openbaar te maken. Lees ze even rustig door zodat het echt tot je doordringt dat minister Van der Steur zich ontzettend misdragen heeft:
1. Herinnert u zich dat u tijdens het tot nu toe enige plenaire debat over de MH17 in april 2015 beloofde onderzoek te laten doen naar de gang van zaken rond de presentatie van professor Maat en de resultaten van dat onderzoek te delen met de Kamer (handelingen van 23 april 2015)?
2. Herinnert u zich dat u schreef dat de politie geen bezwaren ziet tegen openbaarmaking van grote delen van het onderzoek. (Aanhangsel Handelingen 2015/16, nr. 94 en tevens 33997, nr. 50)?
3. Deelt u de mening dat u de vraag om het feitenverslag, het feitenrelaas en de brieven, waarom de Kamer vroeg bij de regeling van werkzaamheden niet had moeten toetsten aan de WOB, maar gewoon aan de grondwet artikel 68 en u ze dus veel eerder voor een veel groter deel openbaar had moeten maken en aan de Kamer had moeten sturen?
4. Herinnert u zich dat de regering van mening is dat “Wel ziet het kabinet onder ogen dat vertrouwelijkheid in onze staatsrechtelijke verhoudingen uitzondering behoort te zijn en openbaarheid regel. Het parlement dient zijn controlerende taken zoveel mogelijk in alle openheid te kunnen uitoefenen. Waar mogelijk worden inlichtingen dan ook openbaar (en ruimhartig) verstrekt. (Kamerstuk 28362, nr. 2, https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-28362-2.html)
5. Heeft u zich aan het kabinetsbeleid gehouden door deze informatie op 2 december vertrouwelijk aan de Kamer te geven en niet openbaar aan de Kamer te geven en dan met name op de punten van de weggelakte teksten in het feitenrelaas en het feitenverslag?
6. Herinnert u zich dat u op 15 juni een brief met conclusies over het onderzoek aan de Kamer gestuurd heeft, waarin u vragen van de Kamer, waarop het antwoord ontlastend zou zijn voor professor Maat en vervelend voor u en anderen wegliet, zoals het feit dat er al zeker 10 presentaties gehouden waren? (bron: 33997, nr. 47, https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33997-47.html)
7. Waarom koos u er op 2 december 2015 voor om de stukken ter vertrouwelijke inzage te leggen met als gevolg dat Kamerleden na inzage er niet meer over konden spreken in het openbaar?
8. Hoe beoordeelt u nu het feit dat u de Kamer deze documenten vertrouwelijk gaf?
9. Bent u ervan op de hoogte dat het staand kabinetsbeleid is (door u bevestigd in eerdere Kamervragen) dat vragen van de Kamer moeten leiden tot een ruimer antwoord dan de WOB en dat u in ieder geval in september het hele dossier aan de Kamer had moeten sturen op basis van artikel 68 van de grondwet, dat als enige uitzonderingsgrond het belang van de staat?
10. Herinnert u zich dat u een paar dagen later bij het WOB verzoek alle getuigenverklaringen – tegen eerder beloften in – volledig en 100% zwart gemaakt waren en dat ook het feitenrelaas en het feitenverslag voor de helft zwart gemaakt waren? (kamerstuk 33997, nr. 51)
11. Deelt u de mening dat de WOB uitzonderingsgronden veel te royaal gebruikt zijn om de stukken (en dan met name de getuigenverklaringen, het feitenrelaas en het feitenverslag) zwart te maken?
12. Is er enig overleg geweest tussen de politie en u/uw staf/het departement over de wijze waarop de stukken onder de WOB stukken zwart gemaakt moesten worden? Wat was de uitkomst van het overleg en kunt u uw antwoord toelichten?
13. Bent u bereid om een onafhankelijke opinie te vragen over de excessieve mate waarin de zwarte viltstift is gehanteerd bij het WOB verzoek en deze met de Kamer te delen?\
14. Kunt u aangeven welke belangen van de staat geschonden zijn nu deze documenten openbaar geworden zijn via de website van Mare? (bron:http://mareonline.nl/images/pdf/vijftig-tinten-zwart_met-transcript.pdf)
15. Kunt u aangeven welke andere problemen zijn ontstaan nu deze documenten openbaar geworden zijn en die voorkomen hadden kunnen worden als de zwartgelakte stukken van de tekst niet openbaar geworden zouden zijn?
16. Ziet u dat de eerste zin die uit het feitenrelaas zwartgelakt is: “Op donderdag 23 april werd op last van de minister van Veiligheid en Justitie de samenwerking met professor Maat beëndigd” en dat dat op grond van de WOB, artikel 10.2, d/e/g of artikel 11.1 gebeurd is, namelijk de uitzonderingen voor toezicht bestuursorganen, bescherming persoonlijke levenssfeer, onevenredige bevoordeling/benadeling en intern beraad?
17. Deelt u de mening dat deze zin onder geen van deze uitzonderingsgronden kan vallen en gewoon geopenbaard had moeten worden? Indien hij onder de WOB zwart gemaakt had mogen worden, op welke grond mocht dat dan volgens u?
18. Op welk tijdstip op 23 april (voor het debat, tijdens het plenaire debat over de MH17) heeft u persoonlijk het besluit om de samenwerking met professor Maat te beëindigen genomen? En op welke wijze heeft u dit besluit meegedeeld aan professor Maat?
19. Kunt u aangeven hoe deze werkrelatie beëindigd is? Heeft u een ambtelijke instructie gegeven?
20. Op basis van welke wet of regeling kunt u ingrijpen bij de personele bezetting van een lopend onafhankelijk onderzoek en persoonlijk besluiten dat werkzaamheden van professor Maat beëindigd zijn?
21. Is het inhuren van externen bij de politie een taak van de minister of is dit een doorgedelegeerde bevoegdheid? Indien de bevoegdheid gelegeerd is, heeft u dan eerst de delegatie ingetrokken?
22. Hoe beoordeelt u het feit dat u wel persoonlijk het besluit neemt om de de samenwerking met professor Maat te beëindigen, maar dat u het onderzoek daarover zelf niet leest en zich slechts baseert op een samenvatting van de korpschef Bouwman?
23. Hoeveel versies van de brief van korpschef Bouwman over het resultaat van het feitenonderzoek zijn naar het ministerie/uw staf/u gestuurd? Kunt u elk van de versies openbaar maken?
24. Welke informatie had u tot uw beschikking toen op uw last de samenwerking met professor Maat beëindigd werd? Kunt u deze vraag heel precies en uitputtend beantwoorden, inclusief de mails en notities die u gegeven zijn?
25. Is er wederhoor gepleegd met professor Maat, nadat het voornemen om de samenwerking met hem te beëindigen aan hem bekend gemaakt was en voordat de relatie beëindigd werd? Zo ja, hoe en zo nee, waarom niet?
26. Waarom is van de zin uit het feitenrelaas “Het ontbreekt aan duidelijk kaders, afspraken en criteria met betrekking tot het geven van lezingen’ geen spoor meer te vinden in de Kamerbrief over dat feitenrelaas van 15 juni?
27. Op basis van welk artikel in de WOB kon de volgende zin weggelakt worden: “Uit onderzoek is mij, rapporteur, gebleken dat er op intranet een “presentatie voor collega’s” staat. In deze presentatie staan geen foto’s die herleidbaar zijn naar slachtoffers. Op intranet is te zien dat het bericht op 9 april is gewijzigd.”
28. Klopt het dat er dus een presentatie op intranet beschikbaar was voor alle collega’s in het LFTO en dat Maat gestraft werd omdat hij een presentatie hield, terwijl hij en collega’s en leidinggevenden al zeker 10 presentaties gehouden hadden?
29. Op welk moment heeft u het feitenrelaas en het feitenverslag, dat u in oktober gelakt en in december ongelakt en vertrouwelijk naar de Kamer stuurde zelf gelezen?
30. Op welk moment besefte u elke van de volgende feiten
Dat er zeker 10 presentaties geweest waren?
dat er een presentatie op het intraweb stond die gebruikt kon worden?
Dat het ontbreekt aan duidelijk kaders, afspraken en criteria met betrekking tot het geven van lezingen’
Dat de commandanten van SGBO MH17 schreven dat: “De genomen maatregelen naar aanleiding van de RTL4-publicatie hebben plaats gevonden zonder goed inzicht in de feiten?
31. Waarom heeft u, toen u de bovenstaande feiten kende, niet onmiddellijk uw brief van 15 juni aan de Tweede Kamer op eigen initiatief aangepast om bovenstaande feiten toe te voegen?
32. Kunt u, conform eerdere toezeggingen, de getuigenverklaringen openbaar maken (waarbij natuurlijk bepaalde persoonsgegevens zwartgelakt kunnen worden)? Zo, nee, welk belang van de staat is dan gediend om dat niet te doen?
33. Indien u zich wederom wenst te verschuilen achter de persoonlijke levenssfeer van de betrokkenen, kunt u dan verklaringen van elk van de gehoorden overleggen waarin ze stellen dat ze gedeeltelijk of gehele openbaarmaking niet wenselijk achten en dat geheimhouding is afgesproken?
34. Herinnert u zich de antwoorden op vraag 6 en 7 van 7 december 2015, namelijk:
Vraag 6
Is het u opgevallen dat u het verslag van het gesprek met professor Maat niet naar de Kamer gestuurd heeft? Bent u bereid daarvan alsnog een samenvatting te maken en aan de Kamer te doen toekomen?
Antwoord 6
Op 23 september jongstleden hebben professor Maat en ik elkaar persoonlijk gesproken. Er is geen verslag opgesteld van het gesprek. Prof. Maat en ik vinden dat de inhoud van het gesprek vertrouwelijk is en ook zo moet blijven.
Vraag 7
Heeft u professor Maat gevraagd of laten vragen hoe hij aankijkt tegen openbaarmaking van stukken? Kunt u zijn antwoord aan de Kamer doen toekomen?
Antwoord 7
Nee. Het feit dat betrokkenen bij bepaalde informatie al dan niet geen bezwaar hebben tegen openbaarmaking, staat er niet aan in de weg dat het bestuursorgaan altijd nog zelf een afweging maakt over de openbaarmaking van de desbetreffende informatie (vergelijk. ABRvS 19 januari 2011, ECLI:NL:RVS:2011:BP1315, AB2011/148 m.nt.E.J. Daalder).”
35. Klopt het dat professor Maat in het kader van de beantwoording van de vragen verzocht is wat hij ervan vindt dat het gesprek geheim gehouden zou worden en dat hij per mail geantwoord heeft: “Ik heb er geen bezwaar tegen als u een korte samenvatting van het gesprek maakt en die aan de Kamer stuurt, nadat ik hem gezien en goedgekeurd hebt.” (bron:http://politiek.tpo.nl/2015/12/07/mh17-professor-george-maat-had-geen-bezwaar-tegen-openbaarmaking-gesprek-van-der-steur/)
36. Is een verslag over het gesprek geweigerd omdat u het niet wilde schrijven en verschaffen of omdat professor Maat dat niet wilde?
37. Deelt u de mening dat u de antwoorden op bovenvermelde vragen 6 en 7 dus dient te herzien, aangezien professor Maat zelf duidelijk niet van mening is dat de inhoud van het gesprek vertrouwelijk moet blijven? Zijn er nog meer antwoorden op Kamervragen in het dossier-Maat die u wenst te herzien?
38. Heeft de regering op bepaalde momenten invloed gehad door opdrachten te geven, hints en aanwijzingen te geven, verdragen of overeenkomsten te tekenen die de onderzoeken belemmeren of andere zaken te doen of laten, bij de onderzoeken naar de MH17? Zo ja, kunt u die dan een voor een toelichten en kunt u aangeven waarom dat noodzakelijk en het onderzoek niet beschadigden?
39. Heeft u op andere momenten druk uitgeoefend op andere justitiële onderzoeken? Zo ja, hoe en welke?
40. Heeft u de Kamer in uw ogen volledig, juist en tijdig geïnformeerd in de zaak, waarin professor Maat lijdend voorwerp van uw handelen geworden is?
41. Vindt u het, met de kennis die u nu heeft, een wijs besluit van u zelf om de werkrelatie met professor Maat op 23 april te beëindigen? Zo nee, welke feiten hebben u van inzicht doen veranderen en bent u bereid excuses aan te bieden aan professor Maat?
42. Kunt u elk van deze vragen afzonderlijk en compleet en zo spoedig mogelijk beantwoorden, zo mogelijk binnen een week? Indien u meer tijd nodig heeft, wilt u dan aan de Kamer meedelen wanneer een antwoord verwacht mag worden?