Staken is een pijnlijke bezigheid voor alle betrokkenen. Het bedrijf of de sector waarin gestaakt wordt ligt plat; de consument moet het zonder het goed stellen dat door de staking niet geleverd wordt; de overheid en de sociale partners zijn gedwongen zich het hoofd te breken over een oplossing en tot overmaat van ramp moeten de stakers zelf het in vaak barre weersomstandigheden redden met een kom SP-tomatensoep en een uurlange toespraak van Agnes Jongerius. Dat wens je niemand toe. Maar het ergste van alles is nog wel dat het het eigenlijk geen enkel nut dient.
Het meest recente voorbeeld van deze nutteloosheid is de crisis bij TNT. Maandag volgt weer een nieuwe onderhandelingsronde in de strijd tussen de vakbonden en het postbedrijf. De inzet is al weken duidelijk: TNT gaat banen schrappen, de vakbonden willen dat niet. Samen met een eis om loonsverhoging is dit de standaardaanleiding voor een staking. De standaardhouding van de werkgever is er een van vijandigheid. Immers, met een open en constructieve houding van de werkgevers aan de onderhandelingstafel zou staken onnodig zijn en bovendien lang niet op zoveel maatschappelijke steun kunnen rekenen.
Ik begrijp dat dus niet. TNT of willekeurig ieder andere werkgever houdt voet bij stuk maar accepteert ondertussen wel dat er gestaakt wordt. Het is een soort halfbakken stoere houding waarvan het nut mij ontgaat. Staken eindigt in Nederland namelijk altijd in een prachtig uitgewerkt compromis waar niemand echt blij mee is. Dat moeten de werkgevers inmiddels toch weten. Hun harde houding werkt dan ook alleen maar vertragend in dit proces, en heeft tot overmaat van ramp nog eens tot gevolg dat de Nederlandse burger sympathie krijgt voor de SP-soepdrinkende werkweigeraars.
Betekent dit dan dat de werkgevers maar moet toegeven aan hun stakend personeel? Integendeel! Als werkweigeren een pressiemiddel wordt in onderhandelingen is het einde immers zoek. Het zou ons daarom niet misstaan als we eens een voorbeeld nemen aan Reagan en Thatcher, de compromisloze grootheden uit de jaren tachtig die zich beiden geen moment lieten afleiden door boze mijnwerkers of luchtverkeersleiders. Als ik in deze feestelijke tijden TNT dan ook iets zou mogen toewensen, dan is het precies dat: een compromisloze hardheid!