Televisiemakers gaat bijna niets te ver om de kijker te vermaken. De Nederlandse kok Rob Geus, bekend van De Smaakpolitie, ging voor Drekwerk aan de slag als begrafenisondernemer.
"Wat staat me in hemelsnaam te wachten?" zei Rob Geus in het begin van
de Drekwerk-aflevering over het begrafenis- en crematiewezen. Afgelopen zaterdagavond hebben SBS6-kijkers kunnen zien hoe het leven van een begrafenisondernemer eruitziet. Het was een lugubere aflevering van het nieuwe programma van Geus, die eerder het gezicht was van
De Smaakpolitie. Zijn nieuwe programma lijkt in veel opzichten op het Amerikaanse Discovery Channel-programma
Dirty Jobs, met dat ene verschil dat Geus niet zo dapper is als Mike Rowe.
Geus liep een dagje mee met een uitvaartzorgcentrum in Noord-Brabant en dat ging hem niet in de koude kleren zitten. Hij heeft meegeholpen met het verzorgen en opmaken van een overleden vrouw, hij heeft een graf gegraven voor een begrafenis en hij heeft gezien hoe een doodskist in de oven verdwijnt voor een crematie. Hoe vaak Geus het woordje 'luguber' in de mond heeft genomen, heb ik niet geteld, maar het was wel vaak. Het was ook luguber. Niet zozeer vanwege de lijken, de doodskisten, het gegraven graf of de verbrandingsovens, maar vanwege het feit dat de beelden, vrijwel ongecensureerd, op de zaterdagavond de huiskamers van argeloze tv-kijkers binnenkwamen.
Iedereen heeft weleens een begrafenis meegemaakt of een crematie, maar dit was anders. Het gezicht van de overleden vrouw van wie voor de laatste keer de haren werden gewassen, kwam niet in beeld. Haar gele dode handen wel. Je zou maar net met z'n tweeën op de bank een bak chips delen en toevallig tegelijkertijd in de bak graaien. Luguber. De reacties van Geus op verschillende onderdelen van het vak van begrafenisondernemer maakten het geheel er niet beter op. Zo zei hij over de crematie-oven: "Een heel luguber gevoel. Normaal zie ik ovens waar de broodjes in gebakken worden, maar hier gaan er mensen in."
Geus werd een dag lang rondgeleid door een voormalig taxichauffeur die toevallig de wereld van de uitvaarten is ingerold. Hij legde uit dat zijn 'specialisme' restauratie was, wat betekent dat hij ervoor zorgt dat bijvoorbeeld treinspringers er nog acceptabel uitzien voor de nabestaanden. "Wat veel mensen niet weten, is dat je ook afscheid kunt nemen van een hand. Als het voor de nabestaanden maar duidelijk is wie degene is die erin ligt." Er werd gestrooid met weetjes en feitjes. Zo vertelde een werknemer dat je in een uitvaartcentrum echt niet kunt zeggen dat je even 'het hoekje om gaat'. Een werknemer van de buitendienst legde uit dat een doodskist eerder vergaat dan het lichaam, mits de doodskist is gemaakt van goedkoop hout.
En toen kwam de crematie, toch wel het hoogtepunt van de aflevering. Een werknemer had in al die decennia dat hij er werkte nog nooit een lijk gezien, hoewel hij degene was die de doodskisten de crematieovens induwde. Dat laatste onderdeel van het werk van een begrafenisondernemer ging Geus te ver. Hij werd er zichtbaar emotioneel van, hij raakte overstuur. Nee, hij wilde de kist er niet in duwen. Na afloop zei hij: "Cremeren is zo definitief. Als je begraven wordt, ben je er nog op een of andere manier." Op de zaterdagavond kijken mensen liever naar een zang- of dansprogramma, maar opvallend is dat deze aflevering van Drekwerk met 653.000 kijkers maar liefst 150.000 kijkers meer trok dan de aflevering van een week eerder (bijna 500.000 kijkers). Kennelijk gluren we toch graag mee met de dood, zaterdagavond of niet.