Binnenkort beslist de Tweede Kamer over de uitbreiding van het EFSF, het tijdelijke noodfonds voor landen in de eurozone die een potje maken van hun overheidsfinanciën.
Nederland geeft aan dat fonds garanties af voor leningen aan die - vooral Zuid-Europese - landen en aan - vooral Franse - banken die te veel aan zulke landen hebben geleend. Overigens staat het eerste reddingsplan voor Griekenland, waar momenteel ook het nodige gesteggel over gaande is (u weet wel met die beroemde 'trojka'), los van het EFSF.
Hoewel het 'maar' om garanties gaat voor leningen die alleen tegen 'keiharde' voorwaarden worden verstrekt - zoals minister Jan Kees de Jager niet nalaat te benadrukken - mogen we ervan uitgaan dat we uiteindelijk zullen moeten dokken en dat we ons geld nooit meer terugzien.
Hoeveel gaat ons dit grapje kosten? Duitsland kan volgens de Frankfurter Allgemeine voor een bedrag van 400 miljard euro het schip ingaan. Het blad baseert zich op berekeningen van de Deutsche Bank.
Voor Nederland zou dit omgerekend neerkomen op ongeveer 80 miljard euro, geld dat u en uw kinderen zullen moeten ophoesten in de vorm van hogere belastingen of extra bezuinigingen. Want anders dan de regeringspropaganda ons wil doen geloven komt dat geld ten laste van de begroting. Niet meteen, maar zodra het misgaat. En de kans dat het misgaat is natuurlijk levensgroot. De kwaal: te veel schulden. De remedie: nog meer schulden. Zelfs een kind kan begrijpen dat dit niet werkt.
Je zou verwachten dat het kabinet, en dan vooral onze minster-president Mark Rutte, met goede argumenten op de proppen komt om ons die 80 miljard afhandig te maken. Maar dat blijkt minder eenvoudig dan het lijkt. Zoals ik hier al eerder heb aangegeven voeren voorstanders van al die 'reddingsplannen' globaal gesproken twee argumenten aan.
(1) hel en verdoemenis (Lehman, de jaren dertig etc.)
(2) de euro is een bron van welvaart
Laten we eerst argument (1) onder de loep nemen. Al die reddingsplannen leiden uiteindelijk tot een 'transferunie' die Nederland nog eens honderden miljarden gaat kosten. Het alternatief is opsplitsen van de eurozone. Niemand weet wat die gaat kosten, maar je lost dan in ieder geval wel het structurele probleem van de euro op: één muntunie op basis van 'one size fits all' voor al die verschillende landen werkt niet. De voorstelling van zaken dat opsplitsen van de eurozone zal leiden tot hel en verdoemenis en dat er 'dus' gered moet worden, komt de banken die zo kwistig geld hebben geleend aan Zuid-Europese landen, natuurlijk goed uit.
En dan argument (2). Dankzij de euro hoef je binnen de eurozone geen geld meer te wisselen en geen valutarisico's meer af te dekken. Dat is natuurlijk mooi meegenomen, maar het zijn maar peanuts vergeleken met de kosten van al die reddingsoperaties, om van de transferunie nog maar te zwijgen. Toch horen we steeds weer de riedel dat de Nederlandse economie het moet hebben van de export en dat het grootste deel van die export naar Europa gaat en dat daarom die euro zo verschrikkelijk belangrijk voor ons is.
Dit is natuurlijk onzin. Lang voordat we de euro hadden waren we ook al een exportland met Europa als voornaamste afzetgebied. Die export wordt gefaciliteerd door de gemeenschappelijke markt en dat is heel wat anders. De euro speelt nauwelijks een rol in dit verhaal. Zie ook de West-Europese landen die de euro niet hebben en die toch niet aan de bedelstaf zijn geraakt. Er zijn geen zwaarwegende economische argumenten voor de euro. Jan Kees de Jager, noch zijn voorgangers Onno Ruding en Wim Kok slaagden erin het tegendeel te bewijzen, zoals onlangs bleek.
Premier Rutte mocht afgelopen vrijdag in het wekelijkse gesprek met de minister-president komen uitleggen waarom het een goed idee is dat Nederland in het kader van het opgepimpte EFSF voor 80 miljard garant gaat staan. Hij noemde dit bedrag wijselijk niet. Wel kwam hij toch weer aanzetten met dat onjuiste verhaal dat de euro zo belangrijk is voor ons als exportland.
De vraag of de remedie (landen die tot over hun oren in de schuld zitten nog meer schulden laten maken) effectief is, kwam in het gesprek niet aan de orde. Een misser van de interviewster, omdat daar gezien al dat gedoe met Griekenland toch alle aanleiding toe is. Hier kwam premier Rutte dus goed weg.
En wat als Italië aan het EFSF-infuus moet? Dan zal dat noodfonds moeten worden opgehoogd. Maar de premier voelt natuurlijk wel aan dat zoiets slecht ligt bij de kiezer en verklaarde dan ook dat 'we' daar niet aan willen. Maar hij is politicus genoeg om niet een slag om de arm te houden: "je kunt in deze discussie nooit nooit zeggen".
Alles bij elkaar een nonchalant en rommelig betoog van de premier. En dat over een beslissing met zulke verstrekkende gevolgen. Mij heeft het in ieder geval niet overtuigd. U wel?
Update (6 oktober)
Dat bedrag van 80 miljard dat ik uit de losse pols noemde blijkt bij nadere beschouwing te laag. Uit de brief van de minister van Financiën aan de Tweede Kamer van 12 september jongstleden blijkt dat de Kamer wordt gevraagd in te stemmen met een plafond van 100 miljard voor door Nederland af te geven garanties in het kader van het EFSF (In het kamerdebat vandaag sprak de minister over 98 miljard). Een duur cadeau voor Zuid-Europa als je het mij vraagt. Want hoewel het 'maar' om garanties gaat, hoeven we ons weinig illusies te maken over de afloop. Landen als Griekenland en Italië - om maar iets te noemen - hebben een reputatie hoog te houden wat betreft list en bedrog in financiële zaken.
Fotograaf: Nick van Ormondt