Lodewijk Asscher verbaasd: "Het is mij niet gelukt het vertrouwen te herstellen in de PvdA"

Tijdens de PvdA-ledenraad in Utrecht gaf Lodewijk Asscher gisteren toe dat hij er niet in geslaagd is om het vertrouwen van de linkse kiezer te herstellen in de PvdA. Blijkbaar is hij daar toch enigszins door verrast:

Vervolgens zei hij dat hij ervan overtuigd is dat de PvdA een comeback kan maken, maar dan wel alleen als de partij "op een andere manier politiek gaat bedrijven."

Dat klinkt ongetwijfeld heel leuk en aardig, maar feit is natuurlijk dat Asscher Samsom van de troon stootte omdat hij ervan overtuigd was dat hij het tij kon keren. De gedachte daarachter ontging mij vorig jaar al. De PvdA deed het immers eerst en vooral slecht in het laatste jaar onder Samsoms leiding omdat de partij verantwoordelijk werd gehouden door de linkse kiezer voor het wanbeleid van het kabinet Rutte II. Samsom was als fractieleider verantwoordelijk voor het aangaan van de coalitie met de VVD en voor het in stand houden ervan.

Maar dat betekent niet dat hij in de ogen van de linkse kiezer de énige verantwoordelijke PvdA'er was. Als één andere sociaaldemocraat ook gezien werd als 'het PvdA-gezicht van Rutte II' dan was het Lodewijk Asscher wel. Hij was immers minister én vice-premier. Machtiger dan dat kun je niet worden als kleinere coalitiepartner.

Waarom dachten PvdA'ers dan in vredesnaam dat ze het tij konden keren als Samsom vervangen werd door Asscher? Over lood en oud ijzer gesproken, zeg.