Nederlandse komkommers mogen momenteel dan niet zo verkopen, een Leidse student zorgt voor een interessant exportproduct met een theorie over het uitblijven van kritiek door moslims op hun radicale geloofsgenoten.
De tijd dat kritiek op de islam een taboe was, ligt inmiddels achter ons. In homogene blanke omgevingen als de grachtengordel wil er nog wel eens iemand op reageren met een Tweede Wereldoorlog-vergelijking, maar ook linkse media draaien hun hand er niet voor om islamkritiek te publiceren. Die komt weliswaar slechts sporadisch uit het eigen redacteursbestand, al dragen Sylvain Ephimenco (Trouw), Afshin Ellian (ex-NRC) en Chris Rutenfrans (Volkskrant) hun steentje bij. Een groep die zich echter, tot onvrede van veel critici, nauwelijks laat horen, is die van gematigde moslims. Ik durf niet te zeggen: "gewone moslims", want dan heb ik ongetwijfeld direct enkele van de commenters alhier in mijn nek.
Ik herinner me een uitzending van Pauw & Witteman waarin RTL-coryfee Frits Wester een goed punt maakte door zich af te vragen waarom allochtonen die ontegenzeggelijk last hebben van de strapatsen van hun criminele lotgenoten, zich niet eens tegen deze groep zouden keren. "Als mijn straat constant geterroriseerd zou worden door een groep jongeren, en het imago van mijn straat zou daar onder lijden, dan zou ik de ouders in de straat bijeen roepen en orde op zaken stellen", was ongeveer wat Wester stelde. Hij vond het raar dat een soortgelijke reactie niet in allochtone omgevingen plaats vond.
Ik herinner mij helaas niet meer of het hem specifiek om moslims ging of dat hij het wat algemener hield, maar een deel van zijn antwoord krijgt hij nu van de Leidse student psychologie en islamologie Timon Dias. Hij heeft een
interessante theorie geformuleerd over het uitblijven van kritiek in eigen kring bij moslims. In zijn ambivalentietheorie zet hij uiteen hoe de oemma, de collective identiteit die moslims ervaren, ervoor zorgt dat kritiek op het extremisme van hun geloofsgenoten uitblijft.
"Deze collectieve identiteit wordt nu echter bovenal gekenmerkt door één gemoedstoestand: krenking", schrijft Dias. "Het islamitisch collectief is een gekrenkt collectief." Alleen het idee al dat het Westen een poging zal ondernemen om de moslimwereld (opnieuw) te koloniseren, is dominanter dan de positieve opvattingen van veel allochtone moslims in de Westerse wereld over de Westerse cultuur en haar verworvenheden (en welvaart, laten we dat niet vergeten).
"Veel moslims die in het Westen leven, hebben hier een beter leven dan in hun land van herkomst, of het land van herkomst van hun ouders. Dit is te danken aan Westerse culturele verworvenheden als democratie en moderniteit. Een dergelijk besef levert een gevoel van sympathie en liefde voor het Westen op."
Dat is een punt dat we van ome Geert niet zo snel zullen horen.
Her en der moet Dias zijn theorie nog wat beter uiteen zetten. Momenteel is het onduidelijk waar de kritiek van gematigde moslims op hun geloofsgenoten zoal over gaat, vermoedelijk mede omdat hij zijn theorie niet op eigen veldonderzoek heeft gebaseerd. Het punt dat hij maakt is echter interessant genoeg om aan de discussie over islam in een context van integratie toe te voegen.