De zoveelste tegenslag voor de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken John Kerry: Israël heeft de vredesbesprekingen met de Palestijnse Autoriteit afgebroken na het bekendmaken van een 'verzoening' tussen Fatah en Hamas.
Dit afbreken hoeft niemand te verbazen, al zal de regering van Bibi Netanyahu wel weer te horen krijgen dat dit bewijst dat zij niet op vrede uit is. Israël heeft dus weer heel wat uitleg te doen aan een buitenwereld die doof is voor het Israëlische verhaal. Daarom denkt Fatah-leider Abu Mazen (Mahmoud Abbas) ook meer kans te maken op een Palestijnse staat via de VN, om Israël via die weg te isoleren. Daar komen de slechte betrekkingen tussen Israël en de huidige Amerikaanse regering bij. Barack Obama wordt in Israël niet vertrouwd en John Kerry verklaarde in februari dat de huidige status-quo voor Israël voor honderd procent onhoudbaar is. Hij acht die illusoir, de huidige welvaart is tijdelijk, net als de vrede die Israël momenteel geniet.
Dat zou best kunnen, maar met zulke uitspraken moedigt de Amerikaanse regering de Palestijnen bepaald niet aan om concessies te doen en versterkt zij het in het Westen wijdverbreide idee dat die van Israël moeten komen. Israël houdt immers de Westbank bezet en zal territorium moeten opgeven. Waarom een terugtrekking van Israël naar de grenzen van 1967 tot vrede zal leiden, een vrede die er ook voor 1967 niet was, heb ik nooit begrepen, maar dit is de opvatting die zowel in Washington als in West-Europa voor weldenkend wordt gehouden. Dat het eerdere vredesproces tussen Israël en de Palestijnen, dat in de jaren negentig onder veel gunstiger omstandigheden plaatsvond, in 2000 is stukgelopen nadat PLO-leider Arafat Camp David verliet, heeft die opvatting niet veranderd. Maar als het in de jaren negentig onder Bill Clinton al niet lukte, waarom zou het dan nu wel lukken? Anders dan in 2000, toen het Midden-Oosten er betrekkelijk vreedzaam bijlag, staat de regio nu in brand. Barack Obama mag dan als 'anti-Bush' zijn hand naar de moslimwereld hebben uitgestoken, maar dat maakte 9/11 en de war on terror (waarover Obama niet spreekt maar die hij in het geheim wel voert) niet ongedaan. En sinds de 'Arabische Lente', die door Netanyahu beter op zijn gewelddadige merites is geschat dan door het Witte Huis, zijn de verhoudingen in het Midden-Oosten radicaal veranderd. De 'status-quo' waarover Kerry het heeft, bestaat allang niet meer, en precies die onzekerheid maakt het voor Israël onmogelijk om nog enige concessie te doen. Dat zou ten koste gaan van de Israëlische veiligheid, niet alleen in de toekomst, maar ook op dit moment.
De besprekingen werden dus onder verkeerde premissen gevoerd, al kun je zeggen dat Kerry gelijk heeft dat het Westen (en daarmee Israël) altijd bereid moet zijn tot vrede. De onderhandelingen werden voor de show gevoerd, omdat Amerika ze wilde. Maar een vredesdeal kan alleen werken als die een afspiegeling vormt van de reële machtsverhoudingen en de strijdende partijen bereid zijn die te erkennen. Het was sowieso al onmogelijk om tot een deal te komen, omdat de zwakke Mahmoud Abbas geen controle heeft over Gaza, dat wordt geregeerd door Hamas, dat een doodstrijd voert tegen Israël. Logisch dus dat Netanyahu niet wil onderhandelen met een partij die Israël wil vernietigen. Maar een deal met alleen Fatah had ook geen zin, omdat daarmee Hamas niet weg was. Het is aan de Palestijnen zelf om daarvoor een uitweg te vinden. De 'verzoening' tussen Fatah en Hamas, die elkaar in Gaza de tent uitvochten, biedt daarvoor in theorie de mogelijkheid, maar onderhandelingen met Israël kunnen slechts vruchtbaar zijn als beide partijen Israël erkennen. Tegelijk moet door de buitenwereld ook erkend worden dat het Israël van 2014 niet meer hetzelfde Israël is als dat van 1967 of zelfs maar van 2000.
Dat moet ook het Westen inzien. Het huidige Israël is veel sterker dan het Westen denkt, niet alleen omdat het tijdens alle oorlogen en spanningen in weerwil van alle internationale kritiek nieuwe nederzettingen (steden) op de Westelijke Jordaanoever wist te bouwen, maar ook omdat er veel minder illusies over vrede met de moslimwereld zijn. Het heeft de harde werkelijkheid aan den lijve ondervonden en die steeds doorstaan. En te midden van al die existentiële strijd, floreerde de Israëlische economie, die in de jaren negentig ook nog eens honderdduizenden Russische Joden heeft opgenomen. Terugkeren naar de grenzen van 1967, het uitgangspunt waarop alle westerse voorstellingen voor een vrede in het Midden-Oosten zijn gebaseerd, is pas echt illusoir. Dat had George W. Bush, die als born again ook een speciale band met het Heilige Land voelde, beter begrepen dan Barack Obama. En de regeringen in West-Europa begrijpen dat helemaal niet, of spelen een spel om de Arabieren te paaien. Dat benevelt het zicht op de machtspolitieke realiteit, en die realiteit is dat Israël nooit akkoord kan gaan met een deal waarbij zijn veiligheid niet maximaal wordt gegarandeerd.
De houding van het Westen over Israël moet dus ook veranderen. Amerika en Europa, die over Israël verdeeld zijn, hebben de wijsheid niet in pacht. Wat dat betreft werd ik positief verrast door een column in The New York Times van Roger Cohen, een uit Zuid-Afrika afkomstige Jood die doorgaans buitengewoon kritisch over Israël is. Hij wijst erop dat het succes van Israël wel degelijk houdbaar is gebleken, anders dan Kerry zegt en anders dan de uitgangspunten van een 'onhoudbare status-quo' waarop de regering-Obama haar strategie voor het Midden-Oosten had afgestemd. De opmerkingen van Cohen zijn belangrijk, zeker waar juist in het Westen steeds meer stemmen opgaan om Israël via economische sancties te treffen. Van zulke scrupules hebben China en India geen last, zij handelen volop met het kleine Israël, en laten zich daarbij blijkbaar ook niet beïnvloeden door hun (slechte) betrekkingen met de moslimwereld. Ik zou daar nog aan willen toevoegen dat Netanyahu een aparte verstandhouding lijkt te hebben met Vladimir Poetin, de man die momenteel het Westen het bloed onder de nagels vandaan haalt (wat Bibi ook weleens deed). Als drie belangrijke BRIC-landen (India, China en zelfs Rusland) gewoon zaken doen met Israël, wordt het nog vreemder dat het Westen daar moeilijk over doet.
Reden te meer om vast te stellen dat ook het Westen nieuwe realiteiten moet erkennen. Israël, dat zich door niemand de les laat lezen, is sterker en vooral veel realistischer dan de meeste westerse politici en opiniemakers denken. Ik zou zeggen: time for a change.