Het gerucht doet de ronde dat het hoofd van de inlichtendienst van Saoedi-Arabië is vermoord. Prins Bandar bin Sultan is al twee weken niet meer gezien.
De Saoedische autoriteiten laten weinig los behalve dat er op 22 juli een bombaanslag werd gepleegd op het hoofdkwartier van de inlichtendienst in Riyad. Bandar zou daarbij gedood kunnen zijn. We weten dat zijn rechterhand bij de aanslag om het leven kwam.
Ook de Verenigde Staten, de voornaamste bondgenoot van het koninkrijk, laat niets los.
Prins Bandar staat nog maar enkele weken aan het hoofd van de geheime dienst van Saoedi-Arabië. Daarvoor diende hij onder meer als Saoedische ambassadeur in de Verenigde Staten en voorzitter van de Nationale Veiligheidsraad. Hij werd op 19 juli in zijn huidige functie benoemd, een dag na de bomaanslag in de Syische hoofdstad Damascus waarbij de minister van Defensie en zwager van president Bashar al-Assad om het leven kwamen. Zijn voornaamste, zo niet enige, wapenfeit is dat hij een ontmoeting regelde met Manaf Tlass, de brigadier-generaal en vriend van president Assad die vorige maand deserteerde.
Bandar is sinds de bombaanslag van 22 juli niet meer in het openbaar verschenen. Nu is dat op zich geen reden tot zorg. Het hoofd van de geheime dienst laat zich immers niet elke dag zien. Daarnaast zitten we midden in de Ramadan en is het goed mogelijk dat de prins daarom niet van zich laat horen.
Echter, de Saoedische regering zou de geruchten gemakkelijk kunnen ontkrachten door te laten weten dat Bandar nog leeft. Hetzelfde geldt voor de Amerikaanse regering die ongetwijfeld op de hoogte is van zijn situatie.
Als Bandar is gedood, zullen de schuldigen in Iran en Syrië worden gezocht. De bomaanslag op het hoofdkwartier van de Saoedische inlichtendienst zou een vergelding kunnen zijn voor de aanslag drie dagen eerder op het gebouw van de Syrische veiligheidsdienst in Damascus. Saoedi-Arabië steunt de, vooral soennitische, opstandelingen in Syrië en beschouwt Iran als aartsrivaal.
De Syriërs zouden hun handen vol moeten hebben met de burgeroorlog die in eigen land woedt. Het lijkt daarom onwaarschijnlijk dat zij zelf de bomaanslag in Riyad hebben uitgevoerd. De Iraniërs daarentegen hebben al eerder van zich laten horen. In oktober vorig jaar lieten de Amerikanen weten dat zij een aanslag op de Saoedische ambassadeur in de Verenigde Staten hadden verijdeld. Saoedi-Arabië gaf onmiddellijk Iran de schuld. In maart werd een Saoedische diplomaat in Bangladesh vermoord.
Ten slotte moet gedacht worden aan oppositie in eigen land. Riyad heeft de afgelopen jaren wel meerdere bomaanslagen te verduren gekregen. De autoriteiten geven steevast de schuld aan Al Qaeda of Iran, maar het land kampt ook met sjiitische onvrede. Sjiieten leven vooral in het olierijke oosten van Saoedi-Arabië en worden behandeld als tweederangsburgers, omdat zij zich niet houden aan de strenge wahabitische leer van het koninkrijk.
Genoeg verdachten dus als Bandar überhaupt is vermoord. Vooralsnog blijft het gissen.
Foto van prins Bandar in gesprek met de Amerikaanse president George W. Bush in 2002: Wikicommons