Het artikel van Jan Gajentaan over de schuldencrisis en de eurocrisis is heel interessant en geeft de complexitiet van het probleem goed aan.
Een van de grote fouten is inderdaad het onderschatten van de gevolgen van de opkomst van de ontwikkelingslanden. Hoewel het met de mond beleden werd heeft men zich niet aan gepast en het gezien als een in feite van ons losstaande ontwikkeling, met onze verouderde ideeën over het superieure westen. Het aandeel van de eurozone in de wereldhandel zal percentagegewijs behoorlijk slinken.
Als we Draghi's oplossing zien voor de eurocrisis (niet de schuldencrisis) -en Draghi wordt zo ongeveer gezien als de eurozone verlosser- dan is dat geld, geld, geld in de banken pompen en misschien direct in het bedrijfsleven. Met dat laatste zou hij zich rechtstreeks met individuele bedrijven inlaten, hetgeen een bedenkelijke weg is; een strategie die hij met veel oprekken van zijn mandaat zou kunnen toepassen. Daarenboven spreekt hij in Jackson Hole ook over de noodzaak van structurele hervorming in wat specifieker gebieden: o.a. arbeids- en loon flexibiliteit, eenvoudiger baanverandering en dergelijke aspecten, ingrepen in ons sociale zekerheidsstelsel, een onaantastbaar gebouw. Helaas kan hij daar geen enkele invloed op uitoefenen. Toch zit daar een van de grootste knelpunten. Juist daar leggen wij het af tegen de ontwikkelende economieën. Vastgeroest in oude concepten over onderwijs, arbeid en sociale zekerheid.
Schäuble bracht tegen Draghi in dat er geld genoeg is en hij heeft gelijk. Anders zouden de aandelen niet zo hoog staan en de rente op obligaties zo laag. QE heeft de globale economie (en niet alleen de VK en USA) overstroomd met goedkoop geld en daarmee normale marktsturing doorbroken. Het is water naar de zee dragen om dat nog verder door te voeren. Het geld zit alleen in de verkeerde gebieden. Bij de supply en niet bij de demand side. Het is voor mij onbegrijpelijk dat men kan denken dat door het bedrijfsleven kredieten te verschaffen het daardoor meer zal gaan leveren. Investeren is een gevolg van (potentiële) vraag, niet een oorzaak evan.
Het in de USA geopperde idee om door de ECB geld direct aan de burgers te geven omdat die dan meer geneigd zouden zijn om aankopen te verrichten om zo de economie aan te zwengelen en zo de vraagkant te stimuleren is een beter idee dan de banken, de financiële wereld, geld te verschaffen. Die sector staat al te ver van de economie af. Toen de zaken uit de hand begonnen te lopen en de imbalans tussen de lidstaten te groot werd, heeft de eurozone heeft de politiek van de interne devaluatie gekozen om uit de crisis te geraken.
Maar is die politiek van interne devaluatie wel effectief geweest?
Nou nee, niet echt, integendeel. Door die politiek te volgen heeft men juist de binnenlandse vraag in de betrokken landen verlaagd, door loonsverlagingen door te voeren om de productiekosten te verlagen om de export te bevorderen. Dat heeft tot het gevaar voor deflatie geleid: vraaguitval. Voor de eurozone zijn er twee exporten: naar andere eurolanden en naar buiten de unie. Export binnen de eurozone, door de gezamenlijke munt, betekent bij interne devaluatie verlaging van de exportprijs voor één lidstaat, daardoor betere concurrentiepositie ten opzichte van de andere lidstaten en daardoor vergroting van de export en dus een importstijging voor die andere lidstaat, die op zijn beurt om zijn handelsbalans niet te verstoren, eveneens moet gaan exporteren tegen lagere prijzen, zodat een neerwaartse spiraal ontstaat door concurrentie binnen de eurozone tot weer een lagere evenwichtspositie is bereikt. Deflatie is een logisch gevolg van deze politiek.
Lidstaten met een zeer positieve handelsbalans zullen de ergste dans kunnen ontspringen, maar zullen hun exporten naar de andere lidstaten zien teruglopen hetgeen hun economie ook negatief beïnvloedt. Een algemeen dalende tendens. De lidstaten hangen door die euro immers aan hetzelfde touwtje. Misschien een gewaagde en te simpele redenering. Alleen exporten naar buiten de eurozone hebben een effect op de handelsbelans van de gehele eurozone en de individuele landen. Maar daarvoor moet er geconcurreerd worden op die globale markt.
Quantitative Easing zal wel een ander gevolg hebben. Door, zoals wordt gefluisterd, zo'n 1000 miljard euros bij te drukken zal de koers van de euro ten opzichte van de dollar sterk dalen, men voorspelt al tot ongeveer $1.20 en andere prognoses spreken al over 1 op 1 op termijn. Dat zal de export inderdaad aanjagen en niet onwaarschijnlijk tot een valutaoorlog gaan leiden. Helaas staat daar tegenover dat onze importen (en voor vele producten zijn wij afhankelijk van de import) evenveel in prijs zullen stijgen zodat het positieve effect beperkt wordt tot onze eigen producten.
In ieder geval zal het weinig of niets uitmaken voor de interne handel tussen de eurolanden onderling. Wel zal het gevolgen hebben voor onze levensstandaard.