Schrijf het van je af meid! Margriet Marbus (50), freelance journaliste voor VROUW, werd door een maaltijdbezorger in haar gezicht gespuugd en uitgescholden voor 'kech', terwijl ze nog in haar auto zat! Hopend op enige zelfreflectie bij deze kansparel, schreef ze een open brief aan hem. De naïviteit van Margriet druipt er vanaf. Ze verontschuldigt zich eerst voor haar geleende 'mooie, luxe wagen'. Die heeft ze normaal namelijk niet hoor! Normaal leent ze een Golfje, maar die was niet beschikbaar! En ook kan ze helemaal niet goed autorijden, zegt ze.
Maar de situatie die ze beschrijft, heeft vrij weinig met die luxe auto of haar rijgedrag te maken. Ze zegt zelf:
"Dus stond ik met die auto achter je, een maaltijdbezorger van een jaar of 20 op een scooter, op een druk kruispunt in Amsterdam. Het stoplicht ging op groen. De twee auto’s voor je begonnen te rijden. Jij niet. Jij stond stil. Het licht sprong op oranje. Verdorie! Ik drukte de claxon in. Je keek om. Je bleef stilstaan. Uit frustratie toeterde ik nog een keer. Het licht sprong op rood. (...) Je zette je scooter neer. Stapte af en liep op mij af."
Mevrouw Marbus woont ergens in het Midden-Oosten, dus we kunnen het haar niet helemaal kwalijk nemen dat ze de verloedering van Amsterdam niet helemaal heeft meegekregen, en dus het zijraam van haar leenauto op dat moment naar beneden deed.
Maar toch: big mistake! Want hoe haal je het als vrouw in je hoofd om er iets van te zeggen als iemand jou blokkeert gedurende een groen, oranje en inmiddels rood geworden stoplicht? Weet je dan niet dat je gewoon je bek moet houden? Gelukkig kwam daar de instructeur van de spoedcursus multicultureel samenleven al aangelopen: 'Flatsch!' Een dikke rochel, vol in haar gezicht.
Ze lijkt de lesstof echter nog niet volledig te begrijpen en zit ook nog met veel vragen:
"Voelde het goed om een vrouw van 50 in haar gezicht te spugen? Luchtte het je op? Was het dan zó verschrikkelijk dat ik naar je toeterde? Hoe zou je het vinden als iemand naar jóuw moeder zou spugen?"
Maar volgens mij wil Margriet het ook nog niet begrijpen. Deze zin komt namelijk vóór het bovenstaande citaat:
"Lachend stond je daar. Je riep nog wat dingen. Wees naar me. Triomfantelijk lachend."
En weet je wat helemaal balen is, Margriet? Die brief gaat 'ie niet lezen en berouw heeft hij nog steeds niet.