Frits Bosch ziet dat het niet goed gaat met Europa en de Verenigde Staten. Veel mensen slaakten een zucht van verlichting toen Trump het Witte Huis verliet, maar Frits is er niet gerust op dat alle sores nu achter ons liggen. Hij vraagt retorisch hardop: "Was Trump eigenlijk het probleem?" De echte knelpunten liggen dieper, denkt hij: "Ik heb populisme ooit omschreven als een puist op een ziek lichaam, met een zieke geest."
We zijn eindelijk (tijdelijk?) van Trump verlost. Maar was Trump eigenlijk het probleem? Nee, Trump was het symbool van de problemen waar vele geavanceerde westerse democratieen mee worstelen. Want net als in de VS zien we in het VK, Duitsland, Italië, Oostenrijk , Frankrijk en Nederland populisme opkomen. Populisme komt niet uit de lucht vallen. Het is te beschouwen als een reactie op de gang van zaken in een land waar mensen ontevreden over zijn. Waarop berust die ontevredenheid? Ik zie vijf hoofdfactoren.
De eerste is de erosie van de werkende klassen. Middengroepen en lagere groepen blijven achter qua inkomens en vermogensontwikkeling. Dat valt in Nederland nog wel mee gelet op de Gini-coëfficiënt, maar in de VS en andere westerse landen is de inkomensongelijkheid enorm toegenomen ten gunste van het establishment. Bovendien lijkt het establishment op ‘ons’ neer te kijken: ‘deplorables.’ Het gevolg is: “laten we contra het establishment stemmen.”
De tweede factor is immigratie. Burgers constateren dat de demografie van het land in luttele decennia ingrijpend is gewijzigd. Men vraagt zich af: “gaat dat ten koste van onze banen, zorgt het voor meer criminaliteit, wat kosten al die mensen die opgevangen worden? Waarom krijgen ze qua huisvesting prioriteit boven ‘ons’? Waarom moeten vooral ‘wij’ de dupe zijn van overlast, en niet het establishment? Wat moeten we met zoveel islam in onze wijk?
Zijn dit onredelijke overwegingen? Blijkbaar niet, gezien het toenemend aantal burgers dat zich tot populisten mag rekenen. En het wordt erger omdat burgers het gevoel krijgen dat het establishment deze kwestie lijkt te negeren. In Nederland speelt het immigratie issue (alweer) een ondergeschikte rol tijdens verkiezingen. Linkse partijen ‒ nota bene in oorsprong bedoeld voor het opkomen van de belangen van ‘het volk’ ‒ willen immigratie geen halt toe roepen. Geen wonder dat radicaal-linkse partijen slecht scoren. Opvallend is overigens is dat in Denemarken de linkse regering immigratie op nul komma nul heeft gezet. Niet verwonderlijk: met massa-immigratie zoals we tijdens drie kabinetten-Rutte hebben gezien hangen megaveel problemen samen in onderwijs, zorg, politie, huisvesting, infrastructuur, sociale cohesie. Kortom: de gehele verzorgingsstaat komt onder druk te staan door massa-immigratie in een volgepakt land.
Het derde probleem is big tech en media. Media en big tech drijven ons uiteen, omdat groepen enkel kennis willen nemen wat zij als ‘waar’ ervaren. Ieder zit in z’n eigen bubbel en er is geen gezamenlijkheid meer. Bovendien lijken de media in overgrote mate van overtuigd te zijn van ‘white privilege’ en voorrang voor minderheden, wat zeker door de gewone man/vrouw niet meegevoeld wordt.
Als vierde punt noem ik het gevoel dat burgers krijgen dat zaken die van groot belang zijn vóór hen, besloten worden zónder hen. Dit is de kartelcultuur. Legio voorbeelden, waarvan de komst van de euro een belangrijke is. Ook werd er honderd miljard euro in een EU-coronafonds gestort, kwamen er 750.000 immigranten in nog geen tien jaar bij. Er zijn daarnaast nog tal van andere voorbeelden.
De kloof tussen burger en regering wordt steeds groter. In het parlement en regeringen zitten enkel hoogopgeleiden. Er lijkt weinig tot geen gevoel te zijn voor de belangen van de gewone man of vrouw. “We beslissen over u, maar zonder u.” Democratie staat onder druk.
Als vijfde factor is er ook nog de klimaathysterie. We moeten werken aan minder CO2-uitstoot, maar zonder dat het verwordt tot een ultra-kostbare gekte, die voor burgers moeilijk op te hoesten is.
Het zijn deze vijf factoren die westerse landen in sociaal opzicht niet te ontkennen omlaag duwen. Het is een structurele ontwikkeling waarmee het Westen worstelt en al decennia negeert. Zolang westerse economieën goed draaien breekt het lijntje niet. Nu met Covid-19 wordt de structuur vooral qua economie op de proef gesteld. De gedachte van een ‘maakbare samenleving’ (de linkse hobby) kan de prullenmand in. We zijn uiterst kwetsbaar; Covid toont dit maar weer eens aan. Er is geen econoom die kan voorspellen wat het eindresultaat van Covid-19 zal zijn. Hoe lang gaat de kruik te water tot-ie barst?
Zijn er ontwikkelde democratieën die deze problematiek niet kennen? Slechts eentje: Japan. De Japanse economie groeit niet snel, maar de bevolking slinkt, zodat ze per capita het niet slecht doen. Japan heeft immigratie altijd geweerd. Nu de bevolking slinkt laten ze immigranten slechts bij uitzondering onder strenge voorwaarden toe. Geen moslims. Robotica vangt ontbrekende taken in de zorg op, maar waar dit echt nodig is worden immigranten mondjesmaat ingezet. De sociale cohesie vindt men van cruciaal belang. Het basisgevoel van Japanners is dat een multiculturele samenleving minder gelukkig is dan een monoculturele samenleving. En tenslotte: Japanners worden niet verdeeld door media en big tech. Japanners hebben weinig interesse voor social media.
Trump was dus niet het probleem, maar een symptoom. Ik heb populisme ooit omschreven als een puist op een ziek lichaam, met een zieke geest. Het is de hoogste tijd voor de patiënt om naar de dokter en psychiater te gaan.
Frits Bosch, auteur van “Risico als obsessie”, “Dat is het risico”, “Wereld op een keerpunt” “Onbehagen bij de elite”, “Schaft ook Nederland zich af?” en “Feminisme op de werkvloer”.