De kans is groot dat we Alexander Pechtold na maart aanstaande niet meer in de Kamer zullen aantreffen - en daar kunnen we allemaal ons steentje aan bijdragen.
Nadat donderdagavond Geert Wilders zijn lachwekkende poging tot een verkiezingsprogramma presenteerde, kwam ook Alexander Pechtold met nieuws waar je om mag lachen: hij houdt het voor gezien als D66 na de Tweede Kamerverkiezingen in maart niet gaat meeregeren. Dat zei hij als gast bij Pauw.
Volgens de D66-leider is het tijd dat zijn partij weer eens gaat regeren, en als hij daar niet voor kan zorgen moet hij iemand anders de kans geven dat wél te bewerkstelligen. Hoewel de partij niet tot de zwaarste oppositie behoort (à la PVV of SP) en af en toe best wat invloed heeft, moet het een zure appel zijn dat hij in zijn 10 jaar als leider de partij nog niet één keer in het zadel wist te helpen.
Allemaal leuk en aardig, maar ik vraag me af of Pechtold écht zinspeelt op een vertrek. Mijn voorgevoel: dat doet hij niet. Dit lijkt me eerder een goed geplande zet, die nog best goed voor hem kan uitpakken, of desastreus. Je kunt zeggen wat je wilt, maar Pechtold is na zijn 10 jaar als leider wel hét boegbeeld van de partij, en geniet aardig wat populariteit, ook buiten zijn eigen electoraat. Daarbij is D66 een typische 'tweedekeuzepartij', als in: als kiezers twee stemmen mochten uitbrengen, dan zou de partij veel meer zetels bemachtigen dan nu. Dat gevoel ken ik zelf goed. In mijn naïevere jaren keek ik aardig positief hun kant op, maar was er altijd een partij die me nét iets meer aantrok. Deze chantage, want zo kun je het wel noemen, kan kiezers met soortgelijke gevoelens misschien over de streep halen om, als is het maar één keer, toch hun stem aan D66 te geven. Hoe dit ook uitpakt, het wordt spannend.