De berichten in de internationale media over de opmars van anti-euro partijen en de roep om parallelle muntsystemen nemen hand over hand toe. Ook van prominente en gerespecteerde academici. Zou de internationale gemeenschap dan toch nog op tijd wakker zijn geworden? Is er dan eindelijk licht aan het eind van de euro-tunnel? Een kort overzicht.
Wie de berichtenstroom over de euro de laatste weken volgt, constateert een onmiskenbare omslag in de toon en de aard van de berichtgeving. Niet alleen komen er steeds meer euro-kritische partijen, bijvoorbeeld in
Duitsland en
Oostenrijk, maar ook de bevolking van landen die de euro nog niet voeren, zoals
Polen, bedanken voor de 'eer'.
Vreemd is dat allemaal niet, als men ziet welk een slagveld de euro heeft achtergelaten in Europa.
Recordwerkloosheid voor jong en oud.
Uitzichtloze toestanden voor zich suf solliciterende werklozen, hele
volksverhuizingen vanuit Oost en Zuid-Europa richting Noord, kaalgeplukte burgers in de hele eurozone, ook in Nederland, stagnerende economieën, een failliete
bankensector, enzovoorts, enzoverder.
Het is een regelrechte ramp.
Verstandige en verantwoordelijke bestuurders zouden in zo'n situatie direct de alarmklok luiden en onverwijld met ingrijpende maatregelen komen om erger te voorkomen. Zo niet bij de euro-politici, die juist doen alsof het ergste voorbij is en weer hopen op economische groei. Volstrekt tegen beter weten in, want de euro kán geen economische groei genereren, zij genereert werkloosheid en sociale ellende. '
One-size-fits-all' werkt niet.
Gisteren niet,
vandaag niet en
morgen niet.
Daarom is het nodig de bakens te verzetten. Hard nodig. Zoals onze Hannibal
vanochtend al schreef, wordt door de euro-believers vaak gezegd, dat het verlaten van de euro zo duur is. Gek genoeg zie je daar nooit cijfermatig goed onderbouwde stukken over. Ook wordt er dan vaak bijgezegd, dat het invoeren van parallelle munten naast de euro slecht is voor de export van ons land. Maar dat soort berichten berusten voor het grootste deel op bangmakerij.
De
feiten zijn dat het grootste deel van de export van ons land naar niet-EU landen gaat, dat we vooral een doorvoer economie hebben en dat we in feite onze export binnen de EU zelf betalen. Meer dan dat, want de lopende rekening van financiële steun en garantstellingen in de vorm van noodfondsen en de bijdragen aan het IMF en de ECB, voor de zwakke eurolanden bedraagt zodadelijk zowat evenveel als onze gehele huidige staatsschuld (ruim 400 miljard) en dan reken ik het
wisselkoersverlies, de rampzalige
gevolgen daarvan voor ons BBP en de miljarden netto afdrachten aan Brussel nog niet eens mee.
Maar men kan zich afvragen of monetaire devaluatie van de zwakke eurolanden, dat wil dus zeggen een waardevermindering van hun eigen munten ten opzichte van de eurokoers, wel zo slecht is voor onze export. Ja, onze producten en diensten worden dan duurder voor Zuid-Europa en de producten en diensten van de gedevalueerde landen worden goedkoper voor ons. Dat is ook een feit. Maar dat is ook precies wat nodig is, want de ervaringen uit het verleden hebben aangetoond dat de economieën van de landen wiens munt monetair devalueerden ongeveer twee jaar nodig hadden om er weer economisch bovenop te komen. De beroepsbevolking ging weer aan het werk, er werd weer geld verdiend, er werd weer geïnvesteerd en er werden weer winsten gemaakt. Hierdoor hadden die landen vervolgens geld om meer van de duurdere producten en diensten uit het buitenland af te nemen, waardoor de export van de sterke landen naar de initieel zwakke landen juist weer steeg.
Het is dus een fabeltje, dat bij een devaluatie van de zwakke eurolanden onze export de nek wordt omgedraaid. En dat geldt al helemaal voor een land als Nederland, die het voornamelijk moet hebben van haar doorvoer, een gevolg van haar gunstige geografische ligging in Europa. Onze export en doorvoer zal juist stijgen bij een monetaire devaluatie van Zuid-Europa. En dat proces kan alleen maar worden versterkt met parallelle nationale munten of parallelle rekeneenheden naast de euro.
En,
zoals al zo vaak betoogd, de euro is een
politiek project, geen economisch. De politieke wil ontbreekt om te doen wat nodig is, maar de wal zal het schip keren, simpelweg, omdat er geen alternatief is. Men kan niet eindeloos ongestraft economische wetmatigheden negeren. Dat loopt uiteindelijk voor iedereen slecht af.
Vooralsnog blijven de euro-adepten geloven in hun federale fantasie. Dat is uiterst schadelijk, zoals is gebleken, erger nog, het destabiliseert de EU. Volgens diezelfde euro-adepten is
het ergste achter de rug. Beetje vreemd, want intussen
waarschuwt het IMF dat met name de eurozone steeds verder achterop raakt en liet Bundesbank president Jens Weidmann fijntjes weten dat bij ongewijzigd beleid de eurocrisis nog minstens tien jaar voortduurt. Denkt u dat de Duitsers daarop willen wachten?
De economische groeiprognoses van alle eurozone landen, ook die van Duitsland, zijn inmiddels naar beneden bijgesteld. De Troika verleent alle zwakke broeders meer tijd en gunstiger voorwaarden om aan de afspraken te voldoen. Hoelang denkt men dit krampachtige, hopeloze pappen-en-nathouden beleid nog vol te kunnen houden?
Maar 'economics always prevails over politics'. De one-size-fits all-euro is een mislukt monetair experiment gebleken, en dat loopt uiteindelijk voor iedereen slecht af, niet in de laatste plaats voor halstarrige politici.. Hoeveel ellende denkt de Europese politieke elite nog over de bevolkingen van Europa te kunnen uitstorten? Welke rampen moeten zich voltrekken voordat bij hen de ogen eens open gaan dat deze onheilsmunt geen werk en welvaart brengt, maar economische en sociale rampspoed. Hoelang zal de euro nog in deze constellatie bestaan? Of moeten we nog
tien jaar wachten, zoals sommigen suggereren?