Baas in eigen buik, waarom niet als je je nier wil verkopen? Een lompe open brief van de hoofdredactrice van het Katholiek Nieuwsblad aan een VVD-Kamerlid heeft deze week in heel Nederland tot verontwaardiging geleid. Nogal overtrokken, gezien de geringe relevantie van het schrijven. Het was dan ook vooral een gelegenheid voor velen om van de daken te schreeuwen hoe lief men het recht op abortus heeft (en een aardig opzetje voor het
bashen van katholieken bovendien). De overdreven reacties riepen een vraag bij me op: waarom zijn de meest vurige voorstanders van abortus eigenlijk geen voorstander van
orgaanhandel? Waarom geldt in het eerste geval <hysterische stem> '
Baas in eigen buik!!!!!!!!!' </hysterische stem> en in het tweede geval <minstens zo hysterische stem> '
Immoreel!!!!!!!!!!!' </hysterische stem>? Waarom is een man die zijn nier wil verkopen aan een zieke geen 'baas in eigen buik'? Waarom is het eigenlijk immoreel om als gezonde, intelligente man die de gevolgen van zijn handelen kan overzien, de gemiddelde DDS-lezer dus, één van je twee nieren te verkopen?
Om bij het begin te beginnen: waarom is er een donortekort? Er zijn op dit moment 900 zieken in Nederland die een donornier nodig hebben. Tegelijkertijd zijn er miljoenen Nederlanders die twee prima functionerende nieren bezitten terwijl ze er maar één nodig hebben. Deze twee groepen mensen begeven zich in dezelfde samenleving: ze zien elkaar op straat, zijn buren van elkaar, staan naast elkaar in de rij bij de bakker. Of mogelijk is de zieke de bakker en de potentiële orgaandonor zijn klant. De zieke geeft zijn brood aan zijn klant en krijgt hiervoor in ruil de overeengekomen prijs. Déze markt functioneert prima.
Waarom vinden aanbod en vraag elkaar in de bakkerij wel en op de organenmarkt niet? Omdat de overheid de prijs van brood niet beheerst. In een normale, vrije markt is het de prijs die ervoor zorgt dat aanbod en vraag samenkomen. Overtreft de vraag het aanbod, dan stijgt de prijs, totdat de twee weer gelijk zijn. Door orgaanhandel te verbieden heeft de overheid echter effectief de prijs van een orgaan op nul euro vastgesteld. De prijs kan niet omhoog, dat verbiedt de wet immers. Het gevolg: het aanbod van organen blijft laag. De enige tegenprestatie die de orgaandonor mag ontvangen is de genoegdoening die voortkomt uit de wetenschap dat hij een ander geholpen heeft. Dit moet, aldus de tegenstanders van legalisering van orgaanhandel, voldoende zijn.
Waarom geldt dit echter niet ook voor de bakker? Deze voorziet zijn klanten in eten, een eerste levensbehoefte. Hij houdt ze in leven. Is dat niet voldoende reden om zijn brood aan te bieden? Nee, dat is het in de praktijk niet. Een samenleving gebaseerd op altruïsme is utopisch. Mensen zijn ongeneeslijk egoïstisch. Wil je een samenleving waar voldoende brood voor iedereen geproduceerd wordt, dan kan dat alleen door de prijs over te laten aan het mechanisme van vraag en aanbod. In Nederland is dit een algemeen geaccepteerd gegeven, daarom beheerst de overheid hier de prijs van brood niet en daarom is hier geen tekort aan brood.
Anders is het wanneer het product geen brood, maar een orgaan is. Van links tot rechts, van socialistisch tot liberaal en van progressief tot conservatief: alle politieke partijen zijn tegen orgaanhandel. Het meest gehoorde argument is dat betalen voor organen immoreel zou zijn, het zou tot commodificatie van het menselijk lichaam leiden. Dit argument gaat er echter aan voorbij dat ieder individu het recht heeft om voor zichzelf te bepalen wat het met zijn lichaam doet. In veel andere situaties wordt dit recht wél erkend. Zo staat het bijvoorbeeld elke Nederlander vrij om het leger te dienen en daarmee, tegen geldelijke vergoeding, zijn leven te riskeren. Is dit een ongewenste commidificatie van het leven? Geen partij die het standpunt inneemt.
Ondertussen sterven er 200 mensen per jaar als gevolg van het donortekort. Er zijn inmiddels meer Nederlanders gestorven als gevolg van het verbod op orgaanhandel dan Amerikanen als gevolg van 9/11. De overheid kan hier rechtstreeks voor verantwoordelijk gehouden worden. Een einde aan dit moordende verbod is, vrees ik, alleen te bereiken door massaal, ongeschoren, naar de Dam te trekken en 'Baas in eigen buik!!!!' te blèren, terwijl we onze stropdassen verbranden. Maar als dat moet, dan moet dat maar.