De Zweedse Linköping Universiteit publiceerde een opmerkelijk onderzoek waarin naar voren komt dat de mate waarin personen in onzin geloven een relatie heeft met hun politieke voorkeur. Het onderzoek suggereert dat met name de Zweedse 'GroenLinks'-kiezers vaker onzinnige taalconstructies voor waarheid aannemen. Zo geloofden deze proefpersonen in taalconstructies die kunnen worden gezien als taalkundige 'hoaxes', via MSN. De Zweedse universiteit deed afgelopen jaar dus onderzoek naar de mate waarin de deelnemers bepaalde taalconstructies als 'zinnig en betekenisvol' interpreteerden. Zo kregen ze formuleringen als 'de leraar kan de deur openhouden, maar het is de leerling die er doorheen moet' of 'jouw beweging transformeert universele observaties' voorgeschoteld om vervolgens deze taalconstructies te beoordelen in welke mate ze zinnig waren.
En wat bleek? Kiezers die op de Zweedse variant van GroenLinks stemmen zagen de 'onzinnige taalconstructies' vaker aan als betekenisvol of als waarheid.
Echter is het te voorbarig om de gevonden resultaten af te doen als een 'groen' fenomeen. In de Verenigde Staten werd gelijksoortig onderzoek gedaan en vond men dergelijke patronen ook, maar dan met name onder aanhangers van de Amerikaanse president Donald Trump! Volgens de onderzoekers zijn de Zweedse GroenLinksers en Amerikaanse Trump-stemmers dus met elkaar verbonden in een 'onkritische openheid ten opzichte van nieuwe ideeën'.
Ook lijkt de wijze waarop mensen van GroenLinks taalkundige constructies verwerken op een 'intuïtieve cognitieve methode', ofwel iemand die snel iets voor waarheid aanneemt of te goed van vertrouwen is. Zo'n manier van taalverwerking is niet per se slecht, maar kan er dus wel toe leiden dat mensen sneller in onzin geloven.