Hoewel het kabinet Rutte II nog altijd aan de macht is, was het zeker geen gemakkelijk jaar voor de premier. Zijn partij en kabinet werden namelijk regelmatig geplaagd door controverses. Het gevolg? Maar liefst vijf mensen moesten opstappen.
5. Mark Verheijen: VVD-Kamerlid
De minst machtige persoon die het bijltje erbij moest neergooien was
Mark Verheijen, Kamerlid van de VVD. En met minst machtig bedoel ik: vergeleken met de andere opstappers. Verheijen had namelijk wel degelijk invloed in de VVD, en zeker in zijn eigen provincie Limburg.
Helaas werd die invloed hem fataal. Zoals
De Telegraaf eerder dit jaar uitlegde:
Hij raakte in opspraak door onder meer zijn declaratiegedrag als gedeputeerde van de provincie Limburg. Verder deed een Limburgs partycentrum aangifte tegen hem wegens corruptie in zijn tijd als wethouder in Venlo. Hij zou dwars hebben gelegen bij de plannen voor een bioscoop om een ander filmhuis te beschermen.
Hoewel hij opstapte en iets van verantwoordelijkheid nam voor zijn daden liet Verheijen weten dat hij het een hard gelag vond dat zijn politieke carriere uiteindelijk op deze manier beëindigd werd:
"Ik heb mijn publieke functies altijd met hart en ziel en naar eer en geweten uitgevoerd. Natuurlijk heb ik daarbij ook fouten gemaakt of vergissingen begaan, maar de ontstane beeldvorming van de afgelopen weken herken ik niet en raakt mij diep. Ik heb veel te danken aan de partij en de steun die ik altijd ontvangen heb. Dat ik juist die partij, haar politici en vrijwilligers met alle publicaties heb geschaad spijt mij zeer."
4. Wilma Mansveld, staatssecretaris van Infrastructuur
Staatssecretaris Mansveld lag al lange tijd onder druk. Niet zo gek natuurlijk aangezien het al tijdenlang een puinhoop is bij -- met name -- de NS en ProRail.
Wat haar uiteindelijk de kop kostte was het gesteggel met de Fyra, de hoge snelheidstrein. Hoewel ze nog enige tijd probeerde te blijven zitten moest ze er uiteindelijk aan geloven toen uit het eindrapport van een enquetecommissie over het Fyra-debacle duidelijk bleek dat ze serieuze fouten had gemaakt.
Zoals Nu.nl uitlegt:
In het rapport krijgen bijna alle betrokken partijen een dikke onvoldoende. Volgens de commissie is de Tweede Kamer in een aantal gevallen "onvolledig en/of onjuist geïnformeerd", bijvoorbeeld toen Mansveld meldde dat inspectiedienst ILT niet de bevoegdheid had om de treinen te inspecteren.
Het onjuist of niet informeren van het parlement door een bewindspersoon, wordt als een doodzonde gezien in Den Haag.
En dus was het einde oefening voor mevrouw Mansveld.
3. Anouchka van Miltenburg, voorzitter van de Tweede Kamer
Van Miltenburg lag vanaf de eerste dag dat ze voorzitter werd van het Parlement al onder vuur. Veel leden van de opposite hadden het gevoel dat ze het kabinet en de regeringspartijen continu een hand boven het hoofd hield. Op een gegeven moment hadden ze daar genoeg van en zetten ze de aanval vol in.
Het resultaat daarvan was een epische breakdown van Van Miltenburg. Ze kon haar tranen maar nauwelijks bedwingen en holde als een aangeslagen hertje uit de Kamer. Bepaald geen teken van daadkracht.
Uiteindelijk werd het einde oefening voor Van Miltenburg toen bekend werd dat ze betrokken was het in de doofpot stoppen van een affaire waarbij
Fred Teeven ooit betrokken was.
De NRC legde uit:In het rapport stond dat onder de verantwoordelijkheid van Van Miltenburg een anonieme brief met daarin het exacte bedrag van de omvang van de deal zou zijn vernietigd. Van Miltenburg gaf eerder aan dat anonieme brieven gericht aan de Kamervoorzitter toen nog standaard door de shredder gingen. Van Miltenburg ontkent de brief ooit onder ogen gekregen te hebben tot een journalist van Nieuwsuur haar later een kopie toonde. Ook die ging de papierversnipperaar in. De commissie-Oosting, die toen al bezig was met het onderzoek, bracht ze hiervan niet op de hoogte. Die kreeg pas lucht van de stukken na de berichtgeving van Nieuwsuur.
Als het niet juist informeren van de Tweede Kamer een politieke doodzonde is geldt dat natuurlijk al helemaal voor het versnipperen van belangrijke brieven. En zo stapte een voorzitter van de Kamer voor het eerst in 103 jaar op.
2 en 1: staatssecretaris Fred Teeven en minister Ivo Opstelten
Gedurende hun hele carriere stonden staatssecretaris Teeven en minister Opstelten van Justitie bekend als echte crimefighters. Het waren strenge, harde mannen, die geen enkel misdrijf door de vingers zagen.
Helaas bleken ze zelf niet helemaal schoon aan de haak te zijn, in ieder geval niet in
politiek opzicht:
Minister Ivo Opstelten en staatssecretaris Fred Teeven (beiden Justitie) stappen maandagavond op naar aanleiding van de witwaszaak rond crimineel Cees H. Eerder op de dag bleek dat Opstelten de Kamer eerder verkeerd heeft geïnformeerd. Zo bleek dat in 2001 door het Openbaar Ministerie niet 1,25 miljoen gulden, maar 4,7 miljoen gulden aan crimineel Cees H. werd overgemaakt. De transactie van 4,7 miljoen was onderdeel van een schikking met de crimineel. Teeven was destijds de officier van justitie die de deal sloot.
De heren hadden het één en ander kunnen leren van 'gooi geen stenen uit glazen huizen,' maar blijkbaar zagen ze deze aanval op hun persoon en baan niet aankomen. Misschien is dat niet eens zo gek: het gebeurt bijna nooit dat een minister en zijn staatssecretaris op zo'n harde wijze op de vingers worden getikt. Vaak hebben ze zoveel macht dat ze dit soort aanvallen zonder al te veel moeite onder het tapijt kunnen vegen.
Nu dus niet.