Over Gerrit Hiemstra.
Een gastbijdrage van Jeroen Hetzler.
Op 18 januari zag ik op het NOS-journaal Gerrit Hiemstra opgetogen de kijker kond doen van de ultieme overwinning van dé (welke die moge zijn) klimaatwetenschap: 2014 was ECH, ECHT HEUS WAAR het warmste jaar sinds de metingen.
Dat er vóór die metingen nog warmere perioden voorkwamen zoals de Middeleeuwse Warmteperiode telt kennelijk niet mee. Ook over de foutmarge repte hij niet. Die is zo breed dat een aantal jaren na 1998 er binnen vielen. De waarschijnlijkheid dat 2014 het warmste jaar is, is dan ook op zijn best 38%. Zie
hier,
hier en
hier.
Mij frappeerde dan ook de welhaast geëxalteerde blijdschap van Gerrit: nu, beste kijkers leek hij te willen zeggen, ziet u wat door 97% van de wetenschappers al sinds jaar en dag wordt gezegd! Hier heeft u het bewijs van hun gelijk, … en dus ook het mijne; je zag het aan zijn houding. Och, ik misgun hem zijn blijdschap niet. Ik zal mijn kleine neefje ook niet zijn Lego bruut afpakken. Alleen, de heer Hiemstra, en velen met hem in soortgelijke functies, worden wel geacht objectieve informatie te verstrekken aan een breed publiek met de maatschappelijke verantwoordelijkheid van dien. Ik ben bang dat hier nog wel het een ander aan schort.
Als dollartekens zag ik die 97% consensus in de ogen van heer Hiemstra oplichten. Saamhorigheid, eendracht, die 97% dus. Dan moet ik onwillekeurig denken aan het eiland Trottel in de avonturen van heer Bommel. De notenhandel, de belangrijkste economische bestaansbron van Trottel, is in de knoei geraakt door een monster dat alles verwoest. Maar niemand snapt waar het monster vandaan komt en waarnaar het weer verdwijnt. Waarom zou het hen kwaad willen doen? Zelf vinden de Trotten dat ze zo’n hoge mate van democratie hebben, dat ze voorlijk zijn. Er is nooit ruzie en er zijn nooit meningsverschillen op het eiland, want de meerderheid heeft immers altijd gelijk. Ik zuig het niet uit mijn duim, want ik wil de oplettende lezers van DDS niet op het verkeerde been zetten. Zie
hier.
De zaken gaan op het eiland Trottel echter niet als gewenst, want steeds vlak nadat het saamhorigheidgevoel bezit neemt van de voorlijke eilanders, duikt het monster op, walst alle huizen plat en verwoest het hele eiland, ook de notenhandel. De oplossing voor het mysterie vindt Tom Poes door een listige inval: de koude douche uit een brandslang. Het in individuele Trotten uiteengevallen monster roept dan ook de onthutste vraag: “De meerderheid heeft ontdekt dat wijzelf het monster zijn. Wij zijn een voorgeraakt volk, eendrachtig en eensgezind. Hoe komen we zo gek?” Tom Poes antwoordt de Trotten dat zoiets komt door de eendracht. “Een menigte wordt altijd een monster dat ervan houdt dingen kapot te maken en zo.”
Tja, door deze wijze lessen gesticht, kan ik niet anders dan de triomf van Hiemstra en de eendrachtig voorlijke 97% waartoe hij zich vermoedelijk rekent, ietwat relativerender bezien. Echter, mijn vrees neemt er niet door af. Ik constateer namelijk dat onze maatschappij eendrachtig steeds verder degenereert tot een open inrichting waarin met een ongegrond aplomb van voorlijkheid de
meest eigenaardige ideeën serieus worden genomen.
Nuchter rekenwerk bijvoorbeeld leert dat het Nationale Energieakkoord, de Energiewende, de CO2-mythe en de utopie van 14% duurzame energie, de Europese “Trottelnotenhandel” naar de knoppen helpt. De Europese concurrentiekracht wordt door veel te hoge energiekosten uitgehold, zware industrie verhuist naar lage energiekostenlanden, Europa raakt verlamd door redeloze angsten die een monsterlijk, maar vals, saamhorigheidsgevoel opwekken. Het Voorzorgprincipe, dit met name, is het Europese monster Trotteldrom.
Het is immers te gek voor woorden zich voorlijk te wanen door zich bij de energievoorziening te verlaten op energiebronnen met een vermogensdichtheid van die vóór de Industriële Revolutie. Hoe achterlijk moet je zijn bijvoorbeeld om het verstoken van Noord Amerikaanse en Canadese bossen in onze kolencentrales tegen € 5.000 per uur subsidie voorlijk te durven noemen? Hoe wereldvreemd moet je zijn om CO2 een vervuiler te noemen? Deze waanzin kan alleen serieus genomen worden binnen het Europese gekkenhuis.
Het zou kunnen helpen om iets beter te leren rekenen en de blik te verruimen. Zo is er de energiebron thorium om maar een dwarsstraat te noemen. Vrijwel oneindig beschikbaar, geen CO2 en geen subsidie behoevend met een vermogensdichtheid van 10.000 maal die van die gesubsidieerde hernieuwbare hersenspinsels. Ik zal wel die eenling zijn die niet achter het banier en de gesloten gelederen van de 97% consensus marcheert. Consensus? Laten we een greep doen:
Klik op afbeelding om te vergroten.
Aldus Jeroen Hetzler.
Voor mijn eerdere DDS–bijdragen zie
hier.